Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0376/GB, 10 mei 2006, beroep
Uitspraakdatum:10-05-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/376/GB

Betreft: [klager] datum: 10 mei 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad op 3 februari 2006 ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.R. Weening, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen het uitblijven van een beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de locatie Het Veer (forensische observatie- en begeleidingsafdeling) te Amsterdam op 14 februari 2006 ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 12 juli 2003 gedetineerd. Hij verblijft sedert 3 april 2006 als preventief gehechte in het huis van bewaring/ISD Rotterdam.

3. Ontvankelijkheid
Klagers ongedateerde bezwaarschrift is door tussenkomst van de commissie van toezicht en het b.s.d. op 4 januari 2006 ontvangen op het bureau selectiefunctionarissen. Ingevolge artikel 17, vierde lid, Pbw stelt de selectiefunctionaris de indiener van
een bezwaarschrift binnen zes weken van zijn met redenen omklede beslissing schriftelijk (....) op de hoogte. Ten tijde van het instellen van het beroep was nog niet op het bezwaarschrift beslist, zodat sprake is van een prematuur beroep. Klager zal
mitsdien niet-ontvankelijk verklaard worden in dit beroep.
Voor zover aangenomen moet worden dat het beroep zich mede uitstrekt over de inmiddels genomen beslissing op het bezwaar, wordt opgemerkt dat nu klager op 3 april 2006 is overgeplaatst naar het huis van bewaring/ISD Rotterdam, het belang aan zijn
beroep
is komen te ontvallen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 10 mei 2006

secretaris voorzitter

Naar boven