Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/3022/TA, 2 mei 2006, beroep
Uitspraakdatum:02-05-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/3022/TA

betreft: [klager] datum: 2 mei 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 januari 2005 van de beklagcommissie bij tbs-kliniek Flevo Future te Amsterdam, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 maart 2006, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwolle is klagers raadsman, mr. R. Polderman, gehoord. Mede door organisatorische problemen in de p.i. Zwolle kon klager, die wel door DV&O was
overgebracht naar voormelde p.i., niet door de beroepscommissie worden gehoord; DV&O heeft klager rond het tijdstip waarop hij gehoord kon worden teruggevoerd naar klagers inrichting van verblijf. Het hoofd van de inrichting heeft schriftelijk laten
weten niet ter zitting te zullen verschijnen en heeft in plaats daarvan schriftelijk gereageerd. Als toehoorder namens klager was voorts aanwezig [...].
Op 8 maart 2006 ontving het secretariaat van de Raad nog een nadere schriftelijke toelichting van klager en de raadsman van klager, die ter kennisneming zijn doorgezonden aan het hoofd van de inrichting. De raadsman van klager acht het in het belang
van
klager dat het beroep op deze zitting wordt afgehandeld. De beroepscommissie tekent hierbij aan het kwalijk te achten dat klager is teruggevoerd naar zijn inrichting van verblijf alvorens te kunnen worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde, het inbeslagnemen van een tijdschrift.

De beklagcommissie heeft het beklag formeel gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager wil een materieel oordeel over zijn klacht. Het beklag is door de beklagcommissie alleen formeel gegrond verklaard. Het hoofd van de
inrichting heeft het inbeslaggenomen tijdschrift ten onrechte als zelfgemaakte kinderporno bestempeld. Klager betwist dat hier sprake is van kinderporno. Op de afdeling zijn folders, modeboeken en tijdschriften met foto’s van modellen in onderbroek
gewoon voorhanden. Door het hoofd van de inrichting is het inbeslaggenomen materiaal niet overgelegd, zodat daarover geen oordeel kan worden gegeven. Op het inspectierapport is de inbeslagname van het materiaal ook niet aangetekend. De door het hoofd
van de inrichting en de behandelaars afgelegde verklaringen zijn volgens klager niet waar. Er is sprake van meineed en valsheid in geschrifte. Klager verzoekt na gegrondverklaring van het beroep om een compensatie.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is niet toegestaan om – kort gezegd – te knippen en te plakken met materiaal uit tijdschriften en kranten, omdat klager
daarmee zelf (kinder)pornografisch materiaal maakt. Verder is het hem niet toegestaan pornografisch materiaal in zijn bezit te hebben. In de dagrapportage van 11 november 2004 staat dat bij klager een plaatje en een blaadje met een jongen in onderbroek
zijn ingenomen. Op het kamerinspectieformulier is aangegeven dat een plaatje van een naakte minderjarig ogende jongen met een vrouw, en een foto van een jongen in slip inbeslag zijn genomen. De door de beklagcommissie aan klager toegekende
tegemoetkoming - een recente zaterdageditie van de Volkskrant – is inmiddels aan klager uitgereikt. Op de klachten van klager over de bejegening door het personeel is door de beklagcommissie geen uitspraak gedaan. Hiertegen staat geen beroep open.

3. De beoordeling
Op 11 november 2004 is tijdens een kamerinspectie op de kamer van klager een tijdschrift inbeslaggenomen, omdat het volgens de inrichting om pornografisch materiaal zou gaan. De beklagcommissie heeft het beklag formeel gegrond verklaard op de grond dat
op het kamerinspectieformulier het inbeslaggenomen tijdschrift niet is vermeld. Nu het beroep van klager is bedoeld om een materieel oordeel te verkrijgen omtrent de inbeslagname van het tijdschrift, kan klager in zijn beroep worden ontvangen.
Gebleken is dat de inrichting niet meer beschikt over het inbeslaggenomen tijdschrift. Nu het voor de beroepscommissie niet mogelijk is te toetsen of de in het tijdschrift opgenomen foto’s vallen onder de met klager gemaakte afspraken, zal het beroep
om
die reden gegrond worden verklaard.
De beroepscommissie is van oordeel dat klager in de gegrondverklaring van het beroep en de reeds door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming, voldoende genoegdoening is toegekend. Klagers verzoek om een compensatie wordt derhalve afgewezen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre en verklaart het beklag alsnog materieel gegrond.
Zij bepaalt dat klager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. H. Heijs, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 2 mei 2006

secretaris voorzitter

Naar boven