Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2976/GA, 3 mei 2006, beroep
Uitspraakdatum:03-05-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2976/GA

betreft: [klager] datum: 3 mei 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 17 november 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij het detentiecentrum Roermond,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 maart 2006, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is gehoord [...], locatie-directeur van het detentiecentrum Roermond.

Klagers raadsvrouw mr. Y. Welter heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag houdt in:
a. de weigering om een koffer uit te voeren op 29 augustus 2005 en
b. de weigering om tekenmateriaal via het bezoek in te laten voeren.

De beklagrechter heeft het beklag vermeld onder a. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en terzake van het beklag vermeld onder b. niet beslist.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De uitspraak van de beklagrechter is onjuist. Klager had als mens zijnde een andere uitspraak verwacht. Klager wil graag een goede oplossing voor zijn klacht.

De locatie-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a. Klagers bezoekster is niet om 09.15 uur weggegaan maar al om 09.00 uur. Op dat moment is de badmeester niet aanwezig en kunnen er geen goederen worden uitgevoerd.
b. Dit punt is tijdens de behandeling van het beklag niet aan de orde geweest. Klager wilde hele dozen met kleurpotloden invoeren, die niet gecontroleerd zouden kunnen worden. Om die reden is de invoer geweigerd.

3. De beoordeling
Met betrekking tot onderdeel a.:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Met betrekking tot onderdeel b.:
Nu de beklagrechter terzake geen beslissing heeft genomen, zal de beroepscommissie de zaak zelf afdoen. Klager heeft verzocht om tekenmateriaal in te voeren. De directeur heeft de invoer van het tekenmateriaal geweigerd, omdat het een grote hoeveelheid
betrof, die niet gecontroleerd kon worden. Derhalve kon niet worden vastgesteld of de in te voeren voorwerpen voldeden aan de eisen als gesteld in artikel 45, tweede lid aanhef en onder a en b, Pbw en is de invoer van het betreffende tekenmateriaal
geweigerd. De beroepscommissie is van oordeel dat de betreffende beslissing van de directeur niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt en zal het beklag ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart:
met betrekking tot onderdeel a.: het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter;
met betrekking tot onderdeel b.: het beklag ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.W.P. Verheugt en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 3 mei 2006

secretaris voorzitter

Naar boven