Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0409/GA, 3 mei 2006, beroep
Uitspraakdatum:03-05-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/409/GA

betreft: [klager] datum: 3 mei 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Haaglanden, locatie Noord te Den Haag,

gericht tegen een uitspraak van 2 februari 2006 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., locaties Noord en Oost, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 april 2006, gehouden in de p.i. Amsterdam, is [...], unit-directeur bij voormelde locatie gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het verstrekt krijgen van een rotte peer van de winkelier;
b. het klager niet toestaan door een piw-er zijn advocaat te bellen; dit werd hem pas de derde dag toegestaan.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De peer die klager verstrekt kreeg bleek een rot plekje te hebben. De p.i.w.-er wilde de peer wel terugnemen, maar kon niet meteen voor een nieuwe zorgen, omdat de winkelfaciliteit pas een week later weer beschikbaar was. De winkel heeft de
aanschafprijs van de peren overigens vergoed.
Klager werd op het moment dat hij erom vroeg niet toegestaan om te bellen, omdat dit niet mogelijk is gedurende bloktijden. Klager is echter op dezelfde dag, maar op een ander tijdstip alsnog in de gelegenheid gesteld zijn advocaat te bellen.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Het leveren van goederen -zoals in casu ondeugdelijke, nl rotte goederen- door de verkoper van de winkel is geen beslissing van de directeur als bedoeld in artikel 60, eerste lid van de Pbw. Klager had mitsdien ten aanzien van onderdeel a.
niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in zijn beklag. Ten overvloede wordt in dit verband overwogen dat het onmiddellijk ruilen van ondeugdelijke goederen niet voor de hand ligt bij een winkelsysteem zoals in de p.i. Haaglanden. Hier krijgen
gedetineerden de door hen vooraf bestelde goederen in een box afgeleverd.
Ten aanzien van onderdeel b. wordt overwogen dat het niet toestaan gedurende de bloktijden te telefoneren op zichzelf niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Daarbij komt dat ter zitting onweersproken is gesteld dat klager nog diezelfde
dag, zij het op een ander tijdstip dan aanvankelijk gevraagd, in de gelegenheid is gesteld te telefoneren. Niet aannemelijk is geworden dat klager daarmee op enige wijze in zijn belangen is geschaad. Het beroep zal mitsdien op dit onderdeel gegrond
worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van onderdeel a. en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel b. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. E. Rood-Pijpers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 3 mei 2006

secretaris voorzitter

Naar boven