Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0620/GA, 2 mei 2006, beroep
Uitspraakdatum:02-05-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/620/GA

betreft: [klager] datum: 2 mei 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 14 februari 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij Westlinge te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 april 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is klager gehoord.
De directeur van Westlinge heeft telefonisch laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering om klager tijdig in aanmerking te doen komen voor een volgende stap in zijn detentietraject.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is zelfmelder. Hij verbleef sedert 31 januari 2005 in Westlinge. Hij kreeg geen antwoord op vragen omtrent zijn detentietraject. Aangegeven werd dat er een vertraging van vier maanden is ontstaan doordat klagers penitentiair dossier naar het
centraal archief in Rijswijk is gezonden. Vier maanden later was het penitentiair dossier weer beschikbaar. Klager heeft zich gemeld bij de reclassering en er was een traject vanaf 30 april 2005 voor hem uitgezet. Hieraan kon hij niet deelnemen, wegens
het ontbreken van zijn penitentiair dossier. Sinds 13 maart 2006 volgt hij een penitentiair programma.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager kwam op 31 januari 2005 als zelfmelder in Westlinge. Er kon niet begonnen worden met zijn detentietraject wegens het ontbreken van het penitentiair dossier. De omstandigheid dat dit dossier abusievelijk naar het Centraal archief in Rijswijk was
gestuurd en eerst met een vertraging van vier maanden in Westlinge werd ontvangen, dient de directeur te worden aangerekend, zodat sprake is van een jegens klager genomen beslissing door of namens de directeur zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid,
Pbw, waartegen beklag kan worden ingesteld. Om die reden zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in het beklag.
Nu door een aan de directeur toe te rekenen onzorgvuldigheid het penitentiair dossier gedurende vier maanden niet in Westlinge beschikbaar was en mitsdien niet begonnen kon worden met klagers detentietraject, zal het beklag alsnog gegrond worden
verklaard.
Klager zal de na te noemen tegemoetkoming worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond.

Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 300,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. E. Rood-Pijpers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 2 mei 2006

secretaris voorzitter

Naar boven