Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0288/GA, 7 april 2006, beroep
Uitspraakdatum:07-04-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/288/GA

betreft: [klager] datum: 7 april 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.M.A. Appelman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 november 2005 van de beklagcommissie bij de gevangenis Lelystad, voor zover deze de vaststelling van een tegemoetkoming betreft,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde gevangenis in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw, mr. M.M.A. Appelman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 25,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een ordemaatregel van zeven dagen afzondering in een afzonderingscel, op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager meent dat de tegemoetkoming te gering is. Hij heeft materiële en immateriële schade geleden. Klager heeft zeven dagen in afzondering doorgebracht. Zelfs het feit dat klager in hongerstaking ging
en weigerde te drinken, heeft de directeur niet doen besluiten de afzondering direct op te heffen. Hij heeft pas op de zesde dag de inrichtingsarts gezien. Tevens moet rekening worden gehouden met de gederfde inkomsten omdat klager enige tijd geen
inkomsten uit arbeid had. Doordat klager na zijn plaatsing in afzondering is overgeplaatst, is hij ook na zijn afzondering inkomsten misgelopen. Volgens klager heeft hij € 154,68 aan gederfde inkomsten. Daarbij heeft klager
€ 20,= aan telefoonkosten moeten maken voor contact met zijn raadsvrouw. Klager verzoekt de beroepscommissie hem een compensatie toe te kennen van € 174,68 danwel een compensatie welke gangbaar is bij opsluiting in een strafcel, door klager begroot op

95,29. Klager verwijst naar recente uitspraken van de beroepscommissie waarin voor een ten onrechte plaatsing in afzondering ten minste een bedrag van € 10,= per dag wordt gehanteerd. Klager verzoekt de beroepscommissie in haar uitspraak op te nemen
dat
de ordemaatregel uit het penitentiair dossier wordt verwijderd of wordt doorgestreept.

De directeur heeft daarop gereageerd met de mededeling dat hij zijn standpunt handhaaft en zich conformeert aan de beslissing van de beklagcommissie waarbij een tegemoetkoming is vastgesteld van € 25,=.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Als maatstaf daarvoor kunnen
dienen het eventueel gederfde loon en de gemiste faciliteiten. Genoemd ongemak bestond voor klager uit een plaatsing in een afzonderingscel gedurende zeven dagen.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richten aan de directeur van
de
desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
Een tegemoetkoming van € 25,= is onjuist. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 70,=.
Wat betreft klagers verzoek de aantekening van de ordemaatregel te verwijderen dan wel te schrappen uit het penitentiair dossier, dient klager zich te wenden tot de directeur van de inrichting waar hij thans verblijft. De beroepscommissie is niet
bevoegd een opdracht met deze strekking aan de directeur te verstrekken.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daarbij een tegemoetkoming is vastgesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 70,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris,
op 7 april 2006

secretaris voorzitter

Naar boven