Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0640/GB, 4 april 2006, beroep
Uitspraakdatum:04-04-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/640/GB

Betreft: [klager] datum: 4 april 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 februari 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is op 27 maart 2006 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in het huis van bewaring (h.v.b.) De Karelskamp te Almelo ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 4 juli 2005 gedetineerd. Hij verbleef in de zeer beperkt beveiligde inrichting Niendure te Almelo. Op 26 januari 2006 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. De Karelskamp.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager verblijft thans nog steeds in het h.v.b. de Karelskamp. Klagers detentie eindigt vooralsnog op 29 mei 2006. Klager vindt de beslissing om hem vanuit de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) Niendure over te plaatsen naar een gesloten
inrichting onjuist. Klager heeft op aangeven van de Reclassering, toen hij vanuit de b.b.i. Veenhuizen in aanmerking kwam voor plaatsing in een z.b.b.i., zorggedragen voor een werkgever. Uiteindelijk vond hij werk bij een klein autobedrijf. Hij was
daar
de enige werknemer. Voor dat werk heeft hij meerdere malen bij een autosloperij onderdelen moeten ophalen. Klager heeft, toen de directeur hem ervan beschuldigde niet op zijn werkplek aanwezig te zijn geweest, zulks tegenover de directeur aangegeven.
Hij heeft toen ook gezegd dat hij toestemming gaf om zijn gsm-telefoon uit te peilen. De directeur heeft echter geen enkele vorm van verder onderzoek gedaan. Voor aanvang van de werkzaamheden is door de werkgever aangegeven dat klager zo nu en dan
onderdelen zou moeten halen voor de garage. Klager heeft een aantal nota’s van de autosloperij en een brief van zijn werkgever overgelegd, waaruit volgens klager de waarheid van zijn verhaal blijkt. Kopieën van die overgelegde stukken zijn aan dit
verslag gehecht. Klager wordt er voorts van beschuldigd bij een coffeeshop te zijn geweest. Dat klopt niet. Klager is nog nooit bij een coffeeshop geweest. Klager rookt niet eens, laat staan dat hij wiet gebruikt.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Uit de rapportage van de z.b.b.i. Niendure is gebleken dat klager zich niet heeft gehouden aan de met hem gemaakte afspraken met betrekking tot werk en de aanwezigheid op de werkplek. Klager werd zoals gebruikelijk regelmatig gecontroleerd door zijn
mentor. Hij werd een drietal keren kort na elkaar gecontroleerd. Daarbij werd klager steeds niet aangetroffen. De garage waar hij tewerk was gesteld bleek dan gesloten te zijn. De directeur van de z.b.b.i. heeft daarop getracht contact te krijgen met
de
eigenaar van de garage. Deze gaf aan dat hij wegens andere werkzaamheden niet voortdurend in de garage was geweest. Ook zou klager tenminste éénmaal naar de sloperij zijn gestuurd voor het ophalen van onderdelen. Een waarschijnlijke verklaring en
uitleg
voor de afwezigheid van klager kon niet worden gegeven. Ook klager kon niet aantonen dat hij tijdens de controlemomenten bij de door hem genoemde leveranciers was. Voorts heeft een collega van de reclasseringswerker van klager nog aangegeven dat klager
is gesignaleerd bij een coffeeshop in Enschede. Eén en ander was voor de selectiefunctionaris voldoende aanleiding om klager te selecteren voor plaatsing in een gesloten inrichting.

4. De beoordeling
4.1. Klager, die als passant ter herselectie in het h.v.b. is geplaatst, behoort, gelet op artikel 9, tweede lid, Pbw, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager mocht voor zijn werkzaamheden in het garagebedrijf aldaar, voor het verrichten van werkzaamheden elders, afwezig zijn. De mogelijkheid valt niet uit te sluiten dat de momenten waarop de inrichting gecontroleerd heeft of klager in de
garage aanwezig was, samenvielen met de afwezigheid van klager in verband met zijn werkzaamheden. Over de door klager tegenover zijn mentor gegeven verklaringen zijn geen nadere mededelingen gedaan, terwijl klager zijn standpunt tegenover de
beroepscommissie heeft onderbouwd. Nu de gestelde aanwezigheid van klager in dan wel bij een coffeeshop in Enschede verder niet is onderbouwd en klager gemotiveerd ontkent, kan niet worden aangenomen dat klager deze voorwaarde voor verblijf in de
z.b.b.i Niendure heeft overtreden. Het vorenstaande maakt dat aan de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komende belangen de grond is komen te ontvallen. Derhalve dient de
bestreden beslissing te worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie zal in een afzonderlijke beslissing, na de selectiefunctionaris te hebben gehoord, bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij zal in een afzonderlijke beslissing, na de selectiefunctionaris te hebben gehoord, bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 4 april 2006

secretaris voorzitter

Naar boven