nummer: 06/536/GV
betreft: [klager] datum: 29 maart 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.B.H.M. Willemse, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 15 februari 2006 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager bestrijdt dat zijn gedrag in de inrichting aanleiding kan zijn voor een negatieve advisering van de inrichting. Klager en zijn raadsman willen een afschrift van dat advies, dan wel een nadere uitleg daaromtrent ontvangen. Voorts mag het enkele
feit van recidive geen reden zijn voor een negatief advies van de politie. Ook hieromtrent willen klager en zijn raadsman graag nadere informatie. Dat verlof zou leiden tot maatschappelijke onrust wordt ten stelligste bestreden.
Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De inrichting heeft op basis van klagers gedrag negatief geadviseerd. De indruk bestaat dat hij veelal achter de schermen werkt. Het is een dominante man die moeilijk nee kan accepteren. Tijdens de afhandeling van een rapport maakte hij een slaande
beweging naar het personeel. Verder functioneert hij goed binnen het regime en zijn zijn arbeidsprestaties goed. De politie heeft negatief geadviseerd omdat klager een recidivist is en zich in vrijheid onder invloed van alcohol en/of drugs agressief,
onberekenbaar en gewelddadig tegenover personen gedraagt. Aansluitend aan zijn straf is klager dan ook verplicht reclasseringscontact opgelegd. Uit het Justitieel Documentatieregister blijkt dat klager vele delicten heeft gepleegd en ook heeft
gerecidiveerd binnen de opgelegde proeftijd.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Zutphen heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag gelet op klagers gedrag en het negatieve advies van de politie.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Zutphen heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen verlofverlening.
De politie heeft negatief geadviseerd omdat klager een recidivist is en zich in vrijheid onder invloed van alcohol en/of drugs agressief, onberekenbaar en gewelddadig tegenover personen gedraagt. Het eigen zorgkader biedt onvoldoende garantie om
herhaling te voorkomen. Het algemeen maatschappelijk belang wordt geschaad wanneer er tussentijds verlof aan klager wordt verleend.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 13 maanden met aftrek, wegens zware mishandeling. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 5 juni 2006. Aansluitend dient hij vervangende hechtenis taakstraf van 18 dagen te ondergaan.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal twee verlofaanvragen indienen.
Zoals blijkt uit het uittreksel justitieel documentatieregister heeft klager zich gedurende meerdere jaren meermalen schuldig gemaakt aan geweldsdelicten. Tevens heeft klager zich in de proeftijd van zijn voorlaatste veroordeling schuldig gemaakt aan
het delict waarvoor hij thans in detentie verblijft. Gelet op de afdoening van deze zaken (respectievelijk door middel van een transactie, een geldboete en een werkstraf met voorwaardelijke gevangenisstraf, gevolgd door de huidige gevangenisstraf met
tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf) en het advies van het Openbaar Ministerie is deze recidive onvoldoende om afwijzing van het verlof te rechtvaardigen.
Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie
acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 29 maart 2006
secretaris voorzitter