Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0086/GA, 27 maart 2006, beroep
Uitspraakdatum:27-03-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 06/0086/GA

betreft: [klager] datum: 27 maart 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 december 2005 van de beklagcommissie bij de gevangenis De Geerhorst te Sittard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 februari 2006, gehouden in de penitenitaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, en [...], directeur bij voormelde gevangenis.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van goederen na klagers overplaatsing naar de locatie Roermond.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft na zijn overplaatsing naar de inrichting in Roermond niet al zijn spullen ontvangen. In De Geerhorst heeft klager zijn spullen zelf in acht
dozen ingepakt. Klager kan niet lezen of schrijven en ondertekent alles wat hem wordt voorgelegd. Nadat klager in Roermond de door hem ontvangen acht dozen had opengemaakt bleek één doos niet van hem te zijn. In deze doos zaten andere spullen; de
kleren
waren hem te klein. Deze doos heeft klager daarom weer teruggegeven. De dozen zijn door de medewerker van de badafdeling in De Geerhorst gestickerd en voorzien van de naam van de gedetineerde. Klager was hierbij niet aanwezig. Wat betreft de frituurpan
werd aanvankelijk aan klager geadviseerd even te wachten met het indienen van een klaagschrift. Klager heeft daarop voor de vermissing van de overige spullen een klaagschrift ingediend. Later heeft klager een klaagschrift ingediend voor de vermissing
van de frituurpan.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op het moment dat goederen de inrichting worden ingevoerd heeft de inrichting geen zicht op wat er met deze goederen gebeurt. Indien voor
overplaatsing de goederen in dozen worden ingepakt komt niemand er meer aan. De directeur heeft contact opgenomen met de vervoersdienst. Eén doos is inderdaad retour ontvangen en staat nog steeds bij de inkomstenafdeling. Er heeft zich nog niemand
gemeld. Evenmin is van een andere gedetineerde een klacht ontvangen dat hij een doos mist. Overigens wordt in de inrichting niet bekend gemaakt dat een doos retour is ontvangen van wie de eigenaar niet bekend is.

3. De beoordeling
In de Regeling afhandeling schadegevallen d.d. 13 augustus 1993 (kenmerk 383893/93/DJI) staat in hoofdstuk 2 (Inhoud) onder 1 aanhef en b het volgende vermeld: “het hoofd van dienst is verantwoordelijk voor alle schade die een bewoner van de inrichting
of een derde lijdt als gevolg van schadegevallen in de inrichting dan wel schadegevallen die direct verband houden met de inrichting.” In hoofdstuk 3 (Toelichting) staat bij ad 1b het volgende vermeld: “Het hoofd van dienst draagt onder meer
verantwoordelijkheid voor: (...) de schade die ontstaat tijdens het transport van bewoners van inrichtingen dan wel van goederen; vanaf het moment van aankomst van het transport in de ontvangende inrichting valt schade in beginsel volledig onder
verantwoordelijkheid van het hoofd van dienst van de ontvangende inrichting.” Voornoemde Regeling is bij brief van de minister van Justitie d.d. 20 december 1996 (kenmerk 586080/96/DJI) en bij brief van 24 mei 2000 (kenmerk 5028195/00/DJI) nader
toegelicht. Hoofdregel is dat de verzendende inrichting in beginsel aansprakelijk is voor schade aan de persoonlijke eigendommen. Eerst wanneer de ontvangende inrichting voor ontvangst heeft getekend ligt deze aansprakelijkheid bij de ontvangende
inrichting.

Klager mist na zijn overplaatsing van de locatie De Geerhorst naar de locatie Roermond: 1 ventilator, 2 truien van het merk Puma, 5 T-shirts, 1 Nike trainingspak, 1 paar Nike (sport)schoenen en 1 frituurpan. Klager miste eveneens een knuffelbeer,
echter
deze is inmiddels terecht en blijkens de stukken aan klager geretourneerd. Vast is komen te staan dat klager zijn spullen zelf in acht dozen heeft ingepakt.
Blijkens de zich bij de stukken bevindende vrachtbrief met nummer 116110, heeft de ontvangende inrichting voor de ontvangst van acht dozen getekend. Gelet op voormelde Regeling afhandeling schadegevallen gaat de aansprakelijkheid voor de goederen in
dat
geval over op de ontvangende inrichting. Dit geldt ook voor een geval als het onderhavige waarin aan de ontvangende inrichting geen onzorgvuldig handelen met betrekking tot de beweerdelijk vermiste goederen te verwijten valt. De beroepscommissie zal de
zaak verwijzen naar de beklagcommissie bij de locatie Roermond ter verdere afhandeling met inachtneming van het vorenstaande.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verwijst de zaak ter verdere afhandeling naar de beklagcommissie bij de locatie Roermond, zoals hiervoor overwogen.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. J. Lamens, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 27 maart 2006

secretaris voorzitter

Naar boven