Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0003/GA, 20 maart 2006, beroep
Uitspraakdatum:20-03-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/3/GA

betreft: [klager] datum: 20 maart 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 november 2005 van de beklagcommissie bij de locatie Almere,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. R. Grijpstra om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het nieuwe telefoontarief dat binnen de inrichting gehanteerd wordt als gevolg van een ander contract van de inrichting met KPN.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft een individueel bepaalbaar belang om naar huis te bellen. Het belang onderscheidt zich van de belangen van andere gedetineerden. Klager heeft een jonge autistische dochter. Indien klager niet elke dag even met zijn dochtertje kan bellen,
krijgt zij (angst)aanvallen en slaat zij door. Het is gebleken dat klager als gevolg van de te dure telefoontikken niet beschikt over voldoende draagkracht om zijn dochtertje elke dag te bellen. In de relatie tussen vader en dochter, tegen de
achtergrond van het familylife beginsel als vermeld in het EVRM, is dit onbillijk. Klager heeft er recht op en belang bij dat hij op een zo goedkoop mogelijke wijze met zijn autistische dochter kan bellen. De beslissing van de directeur is, gezien het
bovenstaande, voor klager primair een zeer ingrijpende en een hem individueel rakende beklagwaardige beslissing waartegen beklag ex artikel 60 Pbw open zou moeten staan.
Subsidiair wordt aangevoerd dat het niet gaat om de uitvoering van een regeling, maar dat ten grondslag aan het beklag de overeenkomst tussen de KPN en de locatie Almere ligt. Conclusie is dat wel degelijk beklag had moeten worden ingediend tegen de
uitvoering en de gevolgen van de overeenkomst.
Meer subsidiair wordt aangevoerd dat de regeling in strijd is met (hogere) wet- en regelgeving omdat op grond van formele wetgeving de telefoniemarkt sinds enige tijd vrij toegankelijk is. Een ieder is vrij om met een aanbieder van zijn keuze te
contracteren. Het is wettelijk niet toegestaan dat er beperkingen gelden.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep door de raadsman primair is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Voor wat betreft het subsidiair aangevoerde overweegt de beroepscommissie dat
niets er zich tegen verzet dat op basis van een overeenkomst gesloten tussen de inrichting en KPN een voor alle gedetineerden in de inrichting geldende regeling tot stand komt. Voor wat betreft het meer subsidiair aangevoerde overweegt de
beroepscommissie dat dit standpunt, bezien vanuit klagers eventuele beklagmogelijkheden, onvoldoende onderbouwd is. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 20 maart 2006

secretaris voorzitter

Naar boven