Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0005/GA, 16 maart 2006, beroep
Uitspraakdatum:16-03-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/5/GA

betreft: [klager] datum: 16 maart 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 november 2005 van de beklagcommissie bij de locatie De Berg (huis van bewaring) te Arnhem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het beledigende taalgebruik van de werkmeester.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Hij is geschokt dat mensen, die toch algemene normen en waarden zouden moeten uitdragen, zich bedienen van leugens om te vermijden dat een werknemer
excuses aanbiedt voor beledigend c.q. grof taalgebruik. Klagers vocabulaire is dermate ontwikkeld dat hij zich niet hoeft te verlagen tot het niveau van ordinaire scheldpartijen, beledigende of krenkende taal of verbale agressie. Klager wijst elke
bewering in die richting ten stelligste van de hand. Uit documentatie blijkt dat de genoemde werkmeester dit scheldgedrag wel eerder heeft vertoond/gebezigd en het lijkt klager niet meer dan billijk dat daarvoor excuus wordt aangeboden. Klagers
ervaring
is dat in de circa elf maanden dat hij in De Berg verblijft de directie eigen falen/onkunde maar al te graag afwentelt op de gedetineerden en dat rechten wekelijks worden geschonden dan wel beperkt met bijvoorbeeld als argument het personeelstekort.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Anders dan de beklagcommissie is de beroepscommissie van oordeel dat niet kan worden gesproken van een jegens klager genomen beslissing door of namens de directeur zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, Pbw, waartegen beklag kan worden ingesteld. Om
die reden zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 maart 2006

secretaris voorzitter

Naar boven