Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2667/GM, 14 februari 2006, beroep
Uitspraakdatum:14-02-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2667/GM

betreft: [klager] datum: 14 februari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan het huis van bewaring (h.v.b.) Roermond,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 5 oktober 2005 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Klager en de inrichtingsarts zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 16 januari 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, te worden gehoord.
Klager heeft schriftelijk laten weten van deze mogelijkheid af te zien. De inrichtingarts is zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 18 augustus 2005, betreft het niet meer verstrekken van medicijnen door de medische dienst.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Klager krijgt zijn medicijnen niet meer. De inrichtingsarts is onverantwoord bezig. Zonder ruggespraak met een arts heeft de verpleging de Seresta afgebouwd in nog geen week tijd. Klager heeft geen arts
gezien. De medische dienst gaat er kennelijk van uit dat klagers verleden als drugsgebruiker inhoudt dat hij zo veel mogelijk pillen wil slikken. Dat is niet het geval. Klager heeft zijn medicijnen echt nodig. Klager gebruikt al lang geen drugs meer.
Ondanks spreekbriefjes heeft klager geen arts gezien. Hij heeft een aanval gehad, wat volgens een medegedetineerde komt door de te snelle afbouw. Klager vindt dat de medische dienst een halt moet worden toegeroepen.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. De klacht van klager komt overeen met eerdere door een medegedetineerde ingediende klachten. Na binnenkomst op 27 juli 2005 verzocht klager om te starten met het afbouwen van methadon.
Aangezien
klager maar één week in de inrichting zou blijven werd het afbouwschema gestopt op voorwaarde dat wanneer klager niet vrij kwam het afbouwschema weer ter hand zou worden genomen. Op 16 augustus 2005 werd klager weer aangemeld. Inmiddels had hij op het
politieburo weer meer benzodiazepinen gekregen (3x 50mg). Volgens klager was deze medicatie noodzakelijk in verband met epileptische consulten die hij beschreef op 19 september 2005. Bij navraag kon niemand deze aanvallen objectiveren; nadere
informatie
bij zijn huisarts leverde ook geen epileptische voorgeschiedenis of ander neurologisch/psychiatrisch lijden op. De behandelstrategie om langdurig benzodiazepinegebruikers te helpen gebruik te minderen respectievelijk te staken, wordt volgens het
protocol van DJI toegepast, dat wil zeggen een gereguleerd dosisreductieprogramma. Bij gemotiveerde gebruikers levert deze aanpak het meeste succes op. Bij polydrugsgebruikers verloopt de behandeling moeizamer. Het is bekend dat, zoals bij klager, een
verhoogd risico op terugval bestaat als de patiënt niet gemotiveerd kan blijven worden, zoals tijdens zijn kortdurend verblijf buiten en zijn binnenkomst via het politieburo met een verhoogde dosering. Desondanks blijft de medische dienst patiënten
motiveren het gebruik te staken en hanteert hiervoor een aangepast afbouwschema. De medische dienst wacht de op termijn te verwachten studies over adjuvante psychotherapeutische ondersteuning bij therapieresistente patiënten af. Eveneens nieuwe studies
om een zinvol benzodiazepine afbouwbeleid te blijven rechtvaardigen worden afgewacht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie verstaat klagers klacht als te zijn gericht tegen de afbouw van Oxazepam nadat hij op 16 augustus 2005 vanuit het politieburo in het h.v.b. Roermond is geplaatst. De handreiking benzodiazepinen van 2 mei 2002 van de medisch adviseur
aan de inrichtingsartsen van de penitentiaire inrichtingen gaat uit van een gefaseerde afbouw van benzodiazepinen. Na eventuele omzetting naar een langwerkende benzodiazepine, bijvoorbeeld Diazepam 2 mg, is het afbouwschema: 5 mg per 10 dagen. Een
ander
afbouwschema gaat uit van een afbouw van 25% per week gedurende drie weken en de volgende twee weken 12,5% per week. Uit de stukken is gebleken dat voor het afbouwen van Oxazepam door de medische dienst met ingang van 16 augustus 2005 voor klager een
afbouwschema is gehanteerd dat uitgaat van een afbouw binnen zes dagen. Op 16 augustus 2005 ontving klager drie maal daags 4 tabletten Oxazepam 10 mg. Voor dit afwijkende afbouwschema wordt door de inrichtingsarts geen medische onderbouwing gegeven.
Het
afbouwen van Oxazepam in afwijking van de daarvoor geldende standaard zonder deugdelijke verklaring, moet als in strijd met de medische standaard worden beschouwd.
Uit de stukken waaronder het medisch dossier is voorts gebleken dat klager niet door de inrichtingsarts is gezien. De beroepscommissie is van oordeel dat in situaties waarbij een gedetineerde het niet eens is met het door de medische dienst gehanteerde
afbouwschema, de betreffende gedetineerde door de inrichtingsarts dient te worden gezien. Dit is in het geval van klager niet gebeurd.
Gelet op het vorenstaande dient het handelen van de inrichtingsarts als onzorgvuldig te worden aangemerkt en derhalve in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht geen
termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming wordt toegekend.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 14 februari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven