Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/3188/GB, 27 februari 2006, beroep
Uitspraakdatum:27-02-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/3188/GB

Betreft: [klager] datum: 27 februari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 16 december 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar Westlinge (gevangenis, beperkt beveiligde inrichting: hierna b.b.i.) te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 27 april 2005 gedetineerd. Hij verbleef in de b.b.i. Doetinchem. Op 29 november 2005 is hij overgeplaatst naar de b.b.i. Westlinge, waar een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau gelden.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager had het goed naar zijn zin in de b.b.i. Doetinchem. Hij kreeg daar ook bezoek. Op 22 november 2005 ontstond er een klein brandje. Daarna zijn de gedetineerden ingesloten zonder nader bericht. Op 29 november 2005 werd gezegd dat de gedetineerden
overgeplaatst werden en dat klager naar de b.b.i. Westlinge zou worden overgeplaatst. Vanaf 29 november 2005 heeft klager geen bezoek meer ontvangen, terwijl hij daarvoor iedere week bezoek had. Bezoekers met een dochtertje in een rolstoel kunnen niet
zo lang met haar reizen en zijn eigen dochtertje van zes jaar oud kan ook niet meer op bezoek komen in verband met de reistijd. Klagers verlofadres is in Zutphen en dat is vanaf Heerhugowaard met het openbaar vervoer een reistijd van drie uur en tien
minuten. Klager verzoekt om hem terug te plaatsen naar Doetinchem of om hem, omdat hij zich inmiddels heeft aangemeld bij Exodus te Utrecht, daar zo snel mogelijk te plaatsen of om hem in de b.b.i. Maashegge te Overloon te plaatsen. Volgens de
selectiefunctionaris hebben anderen voorrang op plaatsing in Doetinchem maar klager zat daar al.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het pand van de b.b.i. Doetinchem stond al op de nominatie om gesloten te worden. Toen bleek dat deze inrichting niet brandveilig was, is hij versneld gesloten. Op 29 november 2006 is het gehele pand ontruimd en zijn de gedetineerden zoveel mogelijk in
soortgelijke regiems ondergebracht. Zo ook klager. Er bleef een restcapaciteit van 31 b.b.i.-plaatsen in Doetinchem. De afspraak is gemaakt tussen het bureau selectiefunctionarissen en de directeur van de b.b.i. Doetinchem dat DOC en TR-kandidaten
voorrang op plaatsing kregen in Doetinchem. Klager is naar de b.b.i. Westlinge overgeplaatst. Klagers v.i.-datum is 10 april 2006. Dit relatief korte strafrestant is te kort om klager terug te plaatsen zeker gelet op het feit dat klager niet in de
categorie DOC of TR valt. Klager geeft in zijn nadere toelichting op het beroepschrift aan eventueel ook overplaatsing naar de b.b.i. Maashegge te wensen. Op 16 februari 2006 is nadere telefonische informatie ingewonnen bij het b.s.d. van de b.b.i.
Westlinge. Klager is op 16 februari 2006 in de gelegenheid gesteld om op intake bij Exodus Utrecht te gaan. Dit om te kijken of hij aansluitend aan detentie voor opname aldaar in aanmerking komt. Sinds een week of drie volgt hij een behandeling bij De
Waag te Utrecht. Hij gaat hier eenmaal per week heen. Zijn weekendadres is een adres van een vriendin in Zutphen. Hij werkt met veel plezier in de linnenkamer en het kwam het b.s.d. vreemd voor dat klager alsnog naar Maashegge zou willen, omdat er
inmiddels allerlei activiteiten voor hem opgestart zijn. Daarbij komt dat de b.b.i. Maashegge een behoorlijke wachtlijst kent. Er is geen reden om de beslissing te herzien.

4. De beoordeling
4.1. De b.b.i. Westlinge is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klager is, omdat de b.b.i. Doetinchem het merendeel van zijn capaciteit moest sluiten in verband met brandgevaarlijkheid, overgeplaatst naar de b.b.i. Westlinge. Klagers v.i.-datum is nabij en vanuit de b.b.i. Westlinge is een behandeling
opgestart bij De Waag te Utrecht. Klager brengt zijn weekendverlof door op een verlofadres in Zutphen. Klager prefereert terugplaatsing naar de b.b.i. Doetinchem of overplaatsing naar de b.b.i. Maashegge. De capaciteit van de b.b.i. Doetinchem is
echter
gereserveerd voor zogenaamde DOC/TR-kandidaten, een categorie waartoe klager niet behoort. Voorts kent de b.b.i. Maashegge een lange wachtlijst.
Gelet op het hiervoor vermelde is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, bij afweging
van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen, temeer nu hij vanaf zijn
verlofadres te Zutphen in de weekenden zelf bezoeken kan afleggen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 februari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven