Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/3048/GB, 15 februari 2006, beroep
Uitspraakdatum:15-02-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/3048/GB

Betreft: [klager] datum: 15 februari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 november 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Lelystad of het h.v.b. Almere-Binnen afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 18 januari 2005 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Zoetermeer.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. Lelystad of het h.v.b. Almere-Binnen als volgt toegelicht.
Klager is afgelopen zomer veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar met oplegging van tbs. Hij heeft beroep aangetekend en volgens zijn raadsman kan dit nog geruime tijd duren en tot die tijd moet klager nog in een h .v.b. verblijven. Klagers
moeder wil hem graag bezoeken. Zij woont in Amsterdam, maar is niet in het bezit van een rijbewijs en moet rondkomen van een WAO-uitkering. Klager heeft geen contact met zijn vader en wordt ernstig belemmerd in zijn sociale contacten als hij zijn
moeder
nauwelijks kan zien. Overplaatsing naar Lelystad of Almere zou klagers bezoekmogelijkheden kunnen verbeteren, omdat de verbinding per openbaar vervoer sneller en minder kostbaar voor zijn moeder is.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klagers overplaatsingsverzoek wordt niet ondersteund door een deskundige zoals een medicus of de reclassering. Uit zijn verzoek komt tevens niet naar voren dat het voor zijn bezoek onmogelijk is om hem te bezoeken. De rapportage van de inrichting
bevestigt dit. Klager ontvangt met grote regelmaat bezoek ook van bezoekers uit Amsterdam. Op een recent ontvangen bezoekerslijst blijkt dat hij nog wekelijks bezoek ontvangt, waardoor onvoldoende wordt aangetoond dat een overplaatsing noodzakelijk is.
Voorts is de afstand Amsterdam-Zoetermeer een redelijke reisafstand. Klager ‘verdient’ ook op basis van zijn gedrag geen overplaatsing. Hij is in de periode, dat hij in Zoetermeer verblijft, vijfmaal disciplinair gestraft, waarvan viermaal vanwege een
positieve urinecontrole. Het wordt niet opportuun geacht om klagers verzoek onder die omstandigheden te honoreren. Wanneer hij gedurende een periode van drie maanden niet disciplinair gestraft is, zal de selectiefunctionaris meegaan in een verzoek tot
overplaatsing. Uit aanvullende informatie blijkt dat klager op 28 december 2005 wederom disciplinair gestraft is wegens een positieve score op een urinecontrole.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager heeft verzocht om overplaatsing naar Almere of Lelystad in verband met het bezoek van zijn moeder. Klager heeft enkel aangevoerd dat, indien hij wordt overgeplaatst, het voor zijn moeder qua afstand en financieel gemakkelijker is om hem
te bezoeken. Klager heeft zijn verzoek verder niet onderbouwd. Voorts ontvangt klager in het h.v.b. Zoetermeer regelmatig, vaak wekelijks, bezoek.
Gelet op het hiervoor vermelde is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 15 februari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven