nummer: 05/2780/TA
betreft: [klager] datum: 20 februari 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. W.J. Ausma, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 10 november 2005 van de beklagcommissie bij de tbs-kliniek De Kijvelanden te Portugaal, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 6 februari 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M. Haverkort, kantoorgenote van mr. W.J. Ausma en namens het hoofd van voormelde
tbs-inrichting mevrouw [...], hoofd behandeling. Tevens was aanwezig mevrouw mr. D.I.A. Schröder, juridisch medewerker bij Ausma De Jong Advocaten.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissing van het hoofd van de inrichting van 28 juli 2005 tot het intrekken van transmuraal verlof.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De inrichting heeft op 28 juli 2005 het transmuraal verlof van klager ingetrokken. De reden hiervoor is dat op last van het Ministerie van Justitie alle verloven in heroverweging genomen dienen te worden en te worden bezien op risico’s. Het dossier van
klager is door het ministerie aangemerkt als risicodossier en dient volgens een departementaal format opnieuw voorgelegd te worden aan het ministerie. Een criterium voor de aanduiding risicodossier is dat klager in het verleden regelmatig
teruggeplaatst
zou zijn. Klager is in het verleden echter twee maal teruggeplaatst en er is derhalve geen sprake van “regelmatig terugplaatsen”. De eerste keer is klager teruggeplaatst omdat hij verdacht werd van een strafbaar feit. Deze zaak is echter geseponeerd.
De
tweede keer was wel aan hemzelf te wijten, nu sprake was van drugsgebruik en huurschulden. Op basis van de brief van de Minister van Justitie van 7 juli 2005 geven de volgende punten aanleiding tot heroverweging: recente incidenten of voorvallen in de
behandeling van de tbs-gestelde en adviezen uit onafhankelijk multidisciplinaire onderzoeken, die in de afgelopen twee jaar zijn uitgevoerd en aanmerkelijk verschillend zijn met het advies van de kliniek. In klagers geval hebben zich geen incidenten
voorgedaan. Dit wordt ook door de inrichting onderstreept tijdens de verlengingszitting inzake de tbs-maatregel bij de rechtbank te ’s-Hertogenbosch op 15 maart 2005, waar is besloten om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen. De rechtbank heeft
daarbij zelfs aangegeven er vanuit te gaan dat volgend jaar geen verlenging meer zal hoeven te worden gevraagd. Niet is gebleken dat sprake zou zijn van niet overeenstemmende rapportages. Klager is de dupe geworden van paniekvoetbal van Justitie. Zijn
gedwongen terugkeer naar de inrichting heeft grote gevolgen voor zijn resocialisatie. Klager woonde sinds enkele weken in een woning die hem was toegewezen via De Blink, de resocialisatieafdeling van de inrichting. Klager heeft die woning eigenhandig
opgeknapt. Hij heeft hiervoor geld gekregen van de inrichting, maar heeft uit eigen zak € 300,= moeten bijleggen voor verf, gordijnen en een bank. Op 1 juli 2005 is een woonbegeleidingsplan opgesteld door klager in overleg met de inrichting. Klager
heeft zich gehouden aan de punten die waren opgesteld in dit plan. Klager was reeds zes jaar werkzaam bij dezelfde werkgever. Daar hebben zich nooit problemen voorgedaan. Nu hij weer intramuraal zijn tbs moet ondergaan, zal hij waarschijnlijk zijn baan
verliezen. Het geld dat hij met zijn werk verdient, heeft klager juist hard nodig voor de afbetaling van diverse openstaande schulden. Er is een budgetplan opgesteld. Voorts was klager bezig om zijn sociale leven weer op te bouwen. Hij had een goed
contact met zijn ex-schoonfamilie. Ook mocht hij af en toe weer in zijn auto rijden. De resocialisatie van klager was derhalve in volle gang.
Van belang is de uitspraak van de beroepscommissie 04/2601/TA. In deze zaak wordt opgemerkt dat tbs’ers die aan het resocialiseren zijn een vorm van vrijheid hebben verworven “die hen niet naar willekeur valt af te nemen”. Het is derhalve in het geval
van klager onbegrijpelijk dat het transmuraal verlof wordt ingetrokken, juist op het moment dat alles in het leven van klager in het teken stond van resocialisatie en terugkeer naar de maatschappij. Op 8 juni 2005 is door de inrichting proefverlof
aangevraagd. Klager had net een nieuwe kans gekregen. Hij heeft weinig mogelijkheden gehad zich te bewijzen.
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt toegelicht. Klager heeft aan de beroepscommissie overgelegd zijn brief van 27 januari 2006 aan het behandelingsteam van de inrichting. In deze brief geeft
klager aan dat hij vol goede moed was begonnen aan het resocialisatietraject. Er was een keurig woon/begeleidingsplan opgesteld en goedgekeurd en ondertekend door alle partijen. Op 27 juli 2005, toen hij net in zijn nieuwe woning zat, is hij door de
kliniek van de straat geplukt in verband met het heroverwegen van de verloven. Vervolgens wordt de Minister geadviseerd om zijn verlof in te trekken. Dit advies staat vol fouten, zo zou hij regelmatig teruggehaald zijn. Klager is één keer teruggehaald
door eigen toedoen. Verder blaast men dingen op. Klager is in het verleden tijdens verlof met zijn werkgever naar Luxemburg en Frankrijk geweest, maar had daarvoor toestemming gekregen van de Reclassering en Istia-wonen.
Klager wil in de toekomst graag “huisje, boompje, beestje”. Klager komt oorspronkelijk uit Oss, maar wil resocialiseren in Rotterdam. Het huis wat door de inrichting was gehuurd, was in Rotterdam. Klager staat nu ingeschreven bij Flexibel Wonen in
Rotterdam. Zijn werkgever is inmiddels verhuisd, maar klager kan bij zijn compagnon terecht om vrijwilligerswerk bij een groothandel in startmotoren te gaan doen. Klager gebruikt geen alcohol meer en heeft in 2004 af en toe cocaïne en heroïne gebruikt.
Klager gebruikt nu geen drugs meer. De urinecontroles in de inrichting zijn negatief.
Klager heeft voorts zesjaarsrapportage van 18 november 2005 en 26 november 2005 overgelegd, waarin door externe deskundigen is geadviseerd tot (voorwaardelijke) beëindiging van zijn tbs.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bij brief van 2 februari 2005 is door de Minister machtiging verleend om klager transmuraal verlof te verlenen, conform voorwaarden. De machtiging is geldig voor de duur van één jaar. Op 8 juni 2005 was voor klager proefverlof aangevraagd. Er was
eerder
sprake van schending van verlofvoorwaarden, maar de inrichting heeft gewogen dat daaruit geen ernstige delicten zullen voortkomen; er was sprake van contact en de inrichting wilde het verder buiten proberen met klager. Naar aanleiding van de brief van
de Minister van 7 juli 2005 zijn alle dossiers van tbs-gestelden nader bekeken door een commissie van de inrichting. Er zijn op één dag vijf mensen teruggeroepen, waarvan klager er één is. Aangezien klager in een eerder toegestaan verlof voorwaarden
had
geschonden heeft de inrichting in het kader van de opdracht van de Minister besloten zijn verlof stop te zetten. Aangezien de inrichting eerst disciplinair overleg wilde voeren, is het verlof opgeschort en niet ingetrokken. Het opnieuw aanvragen van
verlof is namelijk een langdurig traject en niet in het belang van klager. Aangezien de wet echter opschorting van verlof niet kent is op 28 juli 2005 besloten klager een schriftelijke mededeling uit te reiken van de maatregel tot intrekken van verlof.
Op basis van multidisciplinair overleg is besloten geen verlof te verlenen aan klager. Op 15 augustus 2005 is een brief met dit advies aan de Minister gezonden. Na de aanvraag proefverlof van 8 juni 2005 en de intrekking op 28 juli 2005 hebben zich
geen
nieuwe incidenten voorgedaan tijdens klagers verlof.
Klager is in juli 2005 teruggeplaatst van zijn zelfstandige woning naar de intramurale afdeling Kobalt. Naar aanleiding van de terugplaatsing is op 2 augustus 2005 een multidisciplinaire bespreking gehouden om een nieuwe behandellijn uit te zetten.
Geconcludeerd werd door het multi-disciplinaire team dat in de afgelopen jaren nauwelijks progressie is bereikt in de vermindering van de risicofactoren. De staf van de inrichting heeft herhaaldelijk getracht klager te resocialiseren. Op vele
terreinen,
zoals financiën, werk, huisvesting en middelengebruik zijn er conflicten geweest. Zo heeft klager zonder toestemming in het buitenland verbleven. Ondanks dat de behandelstaf op vele manieren met behulp van risicomanagement de risicofactoren heeft
geprobeerd te verminderen, blijft klager terugvallen in risicovol gedrag. Daarom is een verzoek tot longstay-plaatsing gedaan aan de Minister. Klager laat deels oud gedrag zien. Hij is buiten moeilijk te begeleiden. Hij heeft steeds een dubbele agenda
met dingen waarvan de inrichting niet op de hoogte is. Soms gaat het daarbij om zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. Klager heeft een criminele inborst. Op 19 december 2005 wordt de inrichting bericht dat aan klager niet de longstay-status is
toegekend, omdat volgens de Landelijke Adviescommissie Plaatsing(LAP) niet is uitgesloten dat een tweede behandelpoging de risicofactoren positief kan beïnvloeden. In november 2005 wordt in de zes-jaarsrapportage van de justitieel forensisch psycholoog
en de psychiater geadviseerd de tbs (voorwaardelijk) te beëindigen. Op 21 februari 2006 vindt de verlengings zitting tbs plaats.
3. De beoordeling.
Vanaf 2 februari 2005 is door de Minister van Justitie machtiging verleend tot transmuraal verlof in het kader waarvan hij zelfstandig in een door de inrichting gehuurde woning verbleef en buiten de inrichting werkte. Schending in het verleden van
verlofvoorwaarden vormde geen reden om transmuraal verlof niet te verlenen. Op 8 juni 2005 is door de inrichting een aanvraag machtiging proefverlof ingediend. De Minister heeft bij brief van 7 juli 2005 de tbs-inrichtingen verzocht alle
verlofmachtigingen uitdrukkelijk te bezien op eventuele risico’s met betrekking tot de inhoudelijke inschatting van recidivegevaar. Voorts wordt in deze brief gesteld dat in geval van een (ver)hoog(d) risico in de uitvoering van verlof, dient te worden
overgegaan tot een heroverweging. De volgende punten geven aanleiding tot heroverweging:
- recente incidenten of voorvallen in de behandeling van de tbs-gestelde
- adviezen uit onafhankelijk multidisciplinaire onderzoeken, die in de afgelopen twee jaar zijn uitgevoerd zijn aanmerkelijk verschillend met het advies van de kliniek.
In de brief van 7 juli 2005 staat niet vermeld dat verpleegden de heroverweging niet buiten de inrichting mogen afwachten. Door de inrichting is het dossier van klager aangeduid als risicodossier, omdat hij in het verleden regelmatig is teruggeplaatst,
omdat hij zich niet aan verlofvoorwaarden had gehouden. Op 28 juli 2005 is vervolgens aan klager een schriftelijke mededeling uitgereikt van de maatregel tot intrekken van verlof.
In de bestreden beslissing en de daarop gegeven toelichting wordt verwezen naar de beleidswijziging met betrekking tot de heroverweging van alle verloven. Uit de stukken en het ter zitting verhandelde blijkt dat de intrekking van het verlof van klager
door het hoofd van de inrichting het gevolg is van het op 7 juli 2005 door de Minister aangepaste verloftoetsingskader en niet het gevolg van nieuwe feiten of omstandigheden rond klager die na de aanvraag proefverlof op 8 juni 2005 zouden hebben
plaatsgevonden, waarbij de reeds bekende feiten en omstandigheden anders zijn gewogen dan ten tijde van de aanvraag proefverlof. Naar het oordeel van de beroepscommissie was het derhalve voor de heroverweging van klagers risicodossier, overeenkomstig
de
door de Minister voorgeschreven procedure, niet noodzakelijk het verlof op 28 juli 2005 in te trekken en klager terug te plaatsen in de inrichting. De beslissing tot het intrekken van klagers verlof dient, bij afweging van alle in aanmerking komende
belangen, als onredelijk en onbillijk te worden aangemerkt.
Het beroep van klager zal derhalve gegrond worden verklaard.
Hoewel de advisering door de inrichting aan de Minister na de intrekking van het verlof op 28 juli 2005 op zich niet aan de orde is in deze procedure constateert de beroepscommissie dat de pro justitia rapporteurs op 18 november 2005 en 26 november
2005
adviseren de tbs (voorwaardelijk) te beëindigen.
De beroepscommissie ziet in de gegrondverklaring van het beklag voldoende tegemoetkoming en acht derhalve geen termen aanwezig om daarnaast aan klager een financiële tegemoetkoming toe te kennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, dr. F. Koenraadt en mr. F. Korvinus, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 20 februari 2006
secretaris voorzitter