Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2415/GA, 31 januari 2006, beroep
Uitspraakdatum:31-01-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2415/GA

betreft: [klager] datum: 31 januari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 23 september 2005 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Rotterdam te Krimpen aan den IJssel, voorzover deze de vaststelling van een tegemoetkoming betreft,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld h.v.b. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 5,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het (tijdelijk) niet ter beschikking stellen van een speciaal matras, op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep – zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat het niet een éénmalig gebeuren betrof. Klager heeft meerdere malen zonder een speciaal decubitus matras moeten slapen. Klager heeft hierdoor
meerdere malen gebrek aan nachtrust gehad. De door de beklagcommissie vastgestelde tegemoetkoming staat niet in verhouding tot dat door klager ondervonden ongemak. Door die slechte nachtrust is klager meer medicatie gaan gebruiken. Klager is door het
niet voorhanden hebben van dat speciale matras lichamelijk achteruit gegaan. Klager heeft zijn nachtrust hard nodig en die is hem ten onrechte ontnomen.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding. Het gebeuren rondom klagers matras verdient niet de schoonheidsprijs en er had beter met klager gecommuniceerd moeten worden. Het is evenwel steeds
de bedoeling geweest om aan klager een geschikt matras te bieden. De directeur is van mening dat de vastgestelde tegemoetkoming voldoende is.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemd ongemak bestond voor
klager uit het gedurende enige tijd niet voorhanden hebben van een speciaal matras, waardoor zijn nachtrust is verstoord en – zo stelt hij – zijn gezondheidstoestand is geschaad.
De beroepscommissie stelt voorop dat de tegemoetkoming niet is bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om
schadevergoeding richten aan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
De beroepscommissie komt, gelet alle omstandigheden van het geval, tot het oordeel dat aan klager een hogere tegemoetkoming dan door de beklagcommissie is vastgesteld, dient te worden toegekend, zodat als volgt beslist moet worden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voorzover daarbij een tegemoetkoming wordt vastgesteld en stelt die tegemoetkoming vast op € 10,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 31 januari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven