Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2758/GA, 23 januari 2006, beroep
Uitspraakdatum:23-01-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2758/GA

betreft: [klager] datum: 23 januari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 oktober 2005 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) te Amsterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 januari 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is klager gehoord.
De directeur van voormeld h.v.b. is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een door een personeelslid opgelegd bewaardersarrest voor de duur van twee uur.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager was met andere gedetineerden op weg naar de kerkdienst. Klager heeft op de bel gedrukt omdat het lang duurde voordat de deur voor hen werd opengemaakt. Nadat hij een waarschuwing kreeg niet meer op de bel te drukken, heeft hij dit ook niet meer
gedaan.
Na de kerkdienst stond er een p.i.w.-er op klager te wachten. Deze vertelde hem dat hij bewaardersarrest zou krijgen. Daarna volgde er een pittig gesprek. Misschien dat klager met verheven stem heeft gesproken, maar hij heeft in geen geval geschreeuwd.
Een bewaardersarrest dient onverwijld ten uitvoer te worden gelegd. Niet duidelijk is wat nu de aanleiding tot het opleggen van het bewaardersarrest is geweest, het drukken op de bel of het voeren van een pittig gesprek. Als de reden voor het
bewaardersarrest het drukken op de bel is geweest is van onverwijld geen sprake. Klager is twee uur afgezonderd op zijn eigen cel en mocht niet deelnemen aan de recreatie. Er is geen directielid bij klager langs geweest
Ook heeft klager geen schriftelijke bescheiden gehad.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit de schriftelijke melding van 4 juni 2005 blijkt dat op die datum door een p.i.w.-er is beslist klager voor de duur van twee uren uit te sluiten van de middagrecreatie. De bevoegdheid tot een dergelijke beslissing is niet zonder meer vervat in
artikel 24, vierde lid, Pbw. Het zogenaamde bewaardersarrest is door die bepaling beperkt. Voor de toepassing van de bevoegdheid van artikel 24, vierde lid, Pbw is namelijk vereist dat onverwijlde tenuitvoerlegging van de afzondering op de grond van
artikel 23, eerste lid, onder a. en b. Pbw, geboden is. Van een beslissing als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onder a. en b. Pbw, is in het onderhavige geval in het geheel niet gebleken. Voor toepassing van artikel 24, vierde lid, Pbw was derhalve
geen wettelijke grondslag. Voorts is niet gebleken dat de directeur van de toepassing van artikel 24, vierde lid, Pbw op de hoogte is gesteld, terwijl die bepaling dat uitdrukkelijk eist. Nu niet is aangevoerd of aannemelijk geworden dat er enige
(andere) wettelijke basis voor de beslissing van de p.i.w.-er bestond, zal het beroep gegrond worden verklaard en zal aan klager na te noemen tegemoetkoming voor het door hem ondervonden ongemak worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. Th.E.M. Wijte en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 23 januari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven