nummer: 05/1835/TA
betreft: [klager] datum: 20 januari 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager, namens de patiëntenraad,
gericht tegen een uitspraak van 14 juli 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij tbs-kliniek De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de versobering van de kamerinventaris.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten
Klager heeft namens de patiëntenraad in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De patiëntenraad weigert het geschil voor bemiddeling voor te leggen aan de commissie van toezicht. Het klaagschrift is opgemaakt
na een intern gehouden enquête, waardoor de patiëntenraad niet de mogelijkheid heeft toe te stemmen in een bemiddeling. De beklagrechter heeft geen uitspraak gedaan over de redelijkheid van de versobering van de kamerinventaris. Verder heeft de
beklagrechter zich niet gehouden aan de artikelen 65 en 63 van de Bvt. Gelet op de onrust in de inrichting verzoekt klager om een spoedige behandeling van het beroep.
Het hoofd van de inrichting heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De patiëntenraad heeft krachtens artikel 45 van het Reglement verpleging ter beschikking gestelden de mogelijkheid geschillen ter
bemiddeling voor te leggen aan de commissie van toezicht. Het is voor de patiëntenraad niet mogelijk een klacht in te dienen bij de commissie van toezicht. Het hoofd van de inrichting verzoekt de beroepscommissie de patiëntenraad niet-ontvankelijk in
het beroep te verklaren. Verder is er geen sprake van een klager persoonlijk betreffende beslissing. Het beleid tot aanpassing van de kamerinventaris geldt voor alle patiënten van de inrichting.
De inrichting betracht de uiterste zorgvuldigheid in de uitvoering van het beleid tot aanpassing van de kamerinventaris. Zo is er een overgangsfase in acht genomen, welke inhoudt dat patiënten tot 31 december 2005 de tijd hebben om samen met de staf
een
passende oplossing te vinden voor eventueel gerezen problemen bij de uitvoering van het beleid.
3. De beoordeling
Klager beklaagt zich namens de patiëntenraad over de versobering van de kamerinventaris. Gelet op artikel 45 van de Regeling verpleegden ter beschikking gestelden heeft de verpleegdenraad (binnen De Kijvelanden de patiëntenraad genoemd) de mogelijkheid
geschillen met het hoofd van de inrichting voor bemiddeling voor te leggen aan de commissie van toezicht. Blijkens de Nota van toelichting bij voornoemd artikel kan de verpleegdenraad geen klacht indienen; het beklagrecht is individueel. Gelet hierop
heeft de beklagrechter klager op goede gronden niet ontvankelijk in zijn beklag verklaard. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal
derhalve ongegrond worden verklaard.
Ten overvloede merkt de beroepscommissie nog het volgende op. Zoals de beroepscommissie in haar uitspraak van 30 december 2005 met kenmerk 05/1625/TA inzake het beroep van een medepatiënt van klager heeft overwogen, is de beslissing van het hoofd van
de
inrichting de kamerinventaris te wijzigen een algemene voor iedere verpleegde in de inrichting geldende (beleids)regel, die niet in strijd is met een hogere regeling. Indien klager de klacht op persoonlijke titel had ingediend bij de beklagcommissie,
had hij ook op deze grond niet in zijn beklag kunnen worden ontvangen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr.drs. F.A.M. Bakker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 20 januari 2006
secretaris voorzitter