Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2730/GB, 17 januari 2006, beroep
Uitspraakdatum:17-01-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/2730/GB

Betreft: [klager] datum: 17 januari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 31 oktober 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Arnhem-Zuid afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 14 september 2005 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Doetinchem.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. Arnhem-Zuid als volgt toegelicht.
Het is niet juist dat klager wekelijks bezoek ontvangt. Hij heeft maar een keer bezoek ontvangen. Een vriend van klager is geweigerd als bezoeker, omdat hij te laat was. Na een half uur na aanvang van het bezoek mag het bezoek niet meer naar binnen.
Klagers zus wil hem ook bezoeken, maar dat kan niet omdat zij een dochter heeft van een paar maanden, die ze moet meenemen, en dat is niet te doen met het openbaar vervoer. Het is ook financieel niet haalbaar voor haar. De medische verklaring
betreffende zijn vader heeft klager niet binnen een paar dagen ontvangen, maar die komt nog.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft om overplaatsing verzocht om humanitaire redenen en in verband met het bezoek van zijn vader, die hartpatiënt zou zijn. Het verzoek is afgewezen omdat klager op geen enkele wijze heeft aangetoond dat zijn vader niet tot reizen in staat zou
zijn of dat de kosten hiervoor voor zijn familie niet betaalbaar zouden zijn. De reis per openbaar vervoer van Nijmegen naar Doetinchem bedraagt iets meer dan een uur en dat is een acceptabele reistijd. In de rapportage werd vermeld dat klager
regelmatig bezoek ontvangt van het thuisfront. Klager ontkent dat hij regelmatig bezoek ontvangt. Contact is opgenomen met het b.s.d. van het h.v.b. Doetinchem. Volgens het b.s.d. laat de bezoekerslijst inderdaad een vertekend beeld zien. Klager is
echter niet geheel verstoken van bezoek. Een medische verklaring, waarin wordt bevestigd dat zijn vader niet in staat is om hem te bezoeken, ontbreekt.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager heeft om overplaatsing naar het h.v.b. Arnhem-Zuid verzocht in verband met zijn bezoek. Door klager is gesteld dat zijn vader hartpatiënt is en dat zijn zuster hem met het openbaar vervoer moeilijk kan bezoeken. Het door klager gestelde
is niet onderbouwd met een (medische) verklaring. Gelet op het de afstand Nijmegen-Doetinchem en het feit dat (medische) verklaringen, die het door klager gestelde zouden kunnen bevestigen, ontbreken, is de beroepscommissie van oordeel dat de op de
onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 januari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven