Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2697/GB, 17 januari 2006, beroep
Uitspraakdatum:17-01-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/2697/GB

Betreft: [klager] datum: 17 januari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 17 oktober 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de beslissing haar te plaatsen in de gevangenis/ISD voor vrouwen Zwolle ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klaagster is sedert 8 september 2005 gedetineerd. Zij verbleef in de normaal beveiligde inrichting Nieuwersluis (huis van bewaring). Op 10 oktober 2005 is zij geplaatst in de gevangenis/ISD voor vrouwen Zwolle, waar een regime van algehele gemeenschap
geldt.

3. De standpunten
3.1. Door klaagster is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klaagster wil graag teruggeplaatst worden naar Nieuwersluis. Zij is gebonden aan de regio Den Haag en Zwolle is te ver voor haar bezoek. Haar zoon krijgt geen vrij op maandag en vrijdag. Haar oudste dochter heeft een dochter van negen jaar oud en leeft
van een uitkering. Om naar de gevangenis te gaan, moet zij een taxi nemen, want er komt vanaf het station geen bus in de buurt van de gevangenis. Het is 45 minuten lopen vanaf het station. Klaagster wil graag de wachttijd weten voor Nieuwersluis. In
Nieuwersluis volgde zij computerles en werkte zij in de tuin met dieren. Van 08.00 uur tot 17.00 uur was zij daar lekker bezig.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Vanwege de lange wachtlijst voor de normaal beveiligde inrichting Nieuwersluis (gevangenis, hierna de gevangenis Nieuwersluis) kon helaas geen rekening worden gehouden met klaagsters voorkeur. Op het moment van selectie stond er één persoon op de
wachtlijst voor de gevangenis/ISD voor vrouwen Zwolle in tegenstelling tot de wachtlijst voor de gevangenis Nieuwersluis met tien wachtenden. Uiteraard is gekozen voor Zwolle, waarbij aangetekend wordt dat Zwolle 10 % meer plaatsen heeft dan
Nieuwersluis. Bij de behandeling van haar bezwaarschrift bleek dat er op 14 oktober 2005 geen wachtenden waren voor Zwolle en vijf wachtenden voor Nieuwersluis. Klaagster is enkel gedetineerd wegens het niet betalen van een schadevergoedingsmaatregel.
Indien zij hieraan had voldaan, was haar beschreven probleem niet aan de orde geweest.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis voor vrouwen Zwolle is een gevangenis voor vrouwen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klaagsters strafrestant bedraagt meer dan drie maanden. Gelet op het bepaalde in artikel 9, tweede lid, aanhef en onder b., Pbw juncto artikel 10, eerste lid, Pbw, dient klaagster in een gevangenis te worden geplaatst. Nu slechts enkele
inrichtingen in Nederland aangewezen zijn als gevangenis voor vrouwen en de wachtlijst voor de gevangenis voor vrouwen Zwolle het kortst was en is, dient het belang dat klaagster zo snel mogelijk in een gevangenisregime wordt geplaatst te prevaleren
boven haar voorkeur voor plaatsing in Nieuwersluis. De beroepscommissie is, gelet op het voorvermelde, van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, nu klaagster voldoet aan de voor de onder 4.1
genoemde inrichting geldende criteria, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Hetgeen klaagster heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is niet onderbouwd met een nadere verklaring en onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 januari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven