Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2848/GB, 13 januari 2006, beroep
Uitspraakdatum:13-01-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/2848/GB

Betreft: [klager] datum: 13 januari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 november 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikten en psychologisch onvolwassenen Nieuw Vosseveld te Vught, hierna de jovo-gevangenis voor
beperkt gemeenschapsgeschikten Nieuw Vosseveld, niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 22 juli 2003 gedetineerd. Vanuit de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen De Schie te Rotterdam, waar een regime van algehele gemeenschap geldt, is hij op 2 september 2005 overgeplaatst naar de jovo-gevangenis voor beperkt
gemeenschapsgeschikten Nieuw Vosseveld, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager realiseert zich dat hij zijn bezwaarschrift te laat had ingediend, maar dat kwam door onwetendheid. Vervolgens zet hij uiteen waarom hij van oordeel is dat hij ten onrechte is overgeplaatst
naar een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiebeslissing dateert van 1 september 2005. Op 2 september 2005 is klager vervolgens overgeplaatst naar Vught. Op 27 oktober 2005 maakt klager bezwaar tegen deze overplaatsing in een aan de commissie van toezicht gerichte brief. Deze brief
wordt
ter verdere behandeling doorgestuurd naar het bureau selectiefunctionarissen, alwaar de brief op 1 november 2005 wordt ontvangen. Omdat klager te laat bezwaar heeft gemaakt, is hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn als bezwaarschrift aangemerkte
brief.

4. De beoordeling
4.1. Artikel 17, tweede lid, juncto artikel 61, vijfde lid, van de Pbw bepaalt dat het bezwaarschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen het bezwaar zich richt wordt ingediend.
Een na afloop van deze termijn ingediend bezwaarschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris tot het niet-ontvankelijk verklaren van het bezwaarschrift van klager is terecht gegeven. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat geen (concrete)
omstandigheden zijn aangevoerd, laat staan aannemelijk zijn geworden, waaruit zou moeten volgen dat klager niet in verzuim is geweest bij de termijnoverschrijding.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 13 januari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven