Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2487/JA, 5 januari 2006, beroep
Uitspraakdatum:05-01-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2487/JA

betreft: [klager] datum: 5 januari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1989], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 3 oktober 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Heuvelrug, deelinrichting Eikenstein, te Zeist, voorzover inhoudende dat geen tegemoetkoming wordt toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde j.j.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft geen tegemoetkoming vastgesteld, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag over plaatsing in afzondering op de eigen kamer op 29 juli 2005 van 16.00 uur tot 18.30 uur, op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Hij is ten onrechte op zijn kamer geplaatst. Hij heeft ruim drie en een half uur op kamer verbleven en wil daar graag een tegemoetkoming voor.

De directeur heeft, hoewel hem daarom is verzocht, zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing van de directeur niet meer ongedaan zijn te maken, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door de jeugdige ondervonden ongemak.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat aan klager ten onrechte geen tegemoetkoming is toegekend. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 5,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en stelt de tegemoetkoming voor klager vast op € 5,=.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, voorzitter, mr. A.P. van der Linden en dr. F.A.M.M. Koenraadt, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 5 januari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven