Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2571/GA, 2 januari 2006, beroep
Uitspraakdatum:02-01-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2571/GA

betreft: [klager] datum: 2 januari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H. Anker, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 oktober 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 december 2005, gehouden in de locatie Zwolle, zijn gehoord klager, en [...], unit-directeur bij voormelde b.b.i.
De raadsman van klager, mr. H. Anker, heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. een ordemaatregel van afzondering in een afzonderingscel voor de duur van twee dagen;
b. een disciplinaire straf van opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel voor de duur van twee dagen.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Medegedetineerde [A] kwam onverwacht bij klager langs en was behoorlijk dronken. Klager kent [A] niet en heeft hem ook niet uitgenodigd om bij
hem langs te komen. Klager vindt dat hij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor andermans gedrag. [A] is ook bij andere gedetineerden langsgeweest. Klager heeft hem verzocht zijn cel te verlaten. Het was voor klager niet mogelijk het personeel
in te lichten. Rond dat tijdstip is er geen personeel in de directe nabijheid. Na ongeveer anderhalve minuut deed een bewaarder de deur open. Klager was niet op de hoogte van het feit dat de celdeur niet gesloten zou mogen zijn. De deur was niet op
slot. Dat doet klager bewust in verband met zijn hartproblemen. De deur staat altijd op een kier. De ander zou de deur dicht kunnen doen, maar dat is niet hetzelfde als op slot. Klager heeft alleen een verkorte versie van de huisregels ontvangen,
waarin
de regel omtrent het openhouden van de celdeur niet is opgenomen. Klager verbleef enige dagen in afzondering zonder dat hij de beschikking had over zijn medicijnen die hij altijd onder handbereik dient te hebben in verband met hartklachten. De
plaatsing
in afzondering geschiedde ’s-nachts, waarbij diverse mensen betrokken waren. Klager vindt deze handelwijze buitenproportioneel en onnodig. Klager moest nog papieren ondertekenen terwijl hij niet goed kon lezen omdat hij niet meer over zijn bril kon
beschikken.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft niet zelf een klaagschrift bij de beklagrechter ingediend. De advocaat heeft geen machtiging overgelegd voor de beklagrechter. De in
beroep overgelegde machtiging is van latere datum. Het paviljoen waar klager verblijft is geen gesloten afdeling. Klager had op zaterdagavond 24 september 2005 op zijn cel medegedetineerde [A] op bezoek met de celdeur dicht, hetgeen niet is toegestaan.
Klager heeft [A] niet weggestuurd. Klager heeft er verder niet voor gekozen het personeel te waarschuwen. Er waren wat spanningen op de afdeling in verband met het gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen. Het afvoeren van klager naar de
afzonderingscel vond plaats met bijstand van het IBT. Na het weekend op maandag zijn er gesprekken gevoerd. De directeur weet niet hoelang [A] bij klager op de cel is geweest totdat dit door het personeel is geconstateerd. Het personeel heeft [A] ook
niet de cel van klager zien binnengaan. Het personeel had evenwel niet de indruk dat hij kort binnen was. Op de afdeling zijn zes tot tien personeelsleden aanwezig. Klager had de mogelijkheid het personeel te waarschuwen. Klager is gehoord voor de
oplegging van zowel de maatregel als de disciplinaire straf. Op maandag 26 september 2005 is de maatregel opgeheven en is aan klager voor dezelfde periode een disciplinaire straf opgelegd.

3. De beoordeling
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag omdat het klaagschrift niet was voorzien van een handtekening van klager en niet was gebleken van een gegeven volmacht. Uit artikel 65, eerste lid, Pbw in verbinding met artikel
61, eerste en derde lid, Pbw volgt dat een gedetineerde voor het behartigen van zijn belangen in de beklag- en beroepsprocedure op grond van de Pbw, zich kan doen bijstaan door een rechtsbijstandverlener. Het klaagschrift van 29 september 2005 is
ingediend door de advocaat van klager, die blijkens een op 12 oktober 2005 gegeven schriftelijke verklaring daartoe door klager is gemachtigd. De wet stelt niet als vereiste dat het door de advocaat ingediende klaagschrift voorzien moet zijn van een
schriftelijke machtiging. Voorzover hieromtrent vragen rijzen, had het op de weg van de beklagrechter gelegen alsnog om een machtiging te verzoeken. Gelet op het vorenstaande had klager ontvankelijk in zijn beklag moeten worden verklaard. De beslissing
van de beklagrechter kan derhalve niet in stand blijven.

a.
Op grond van artikel 24, eerste lid juncto artikel 23, eerste lid, Pbw kan de directeur een gedetineerde in afzondering plaatsen indien dit in het belang van de handhaving van de orde of veiligheid in de inrichting dan wel van een ongestoorde
tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming noodzakelijk is. De beroepscommissie stelt vast, dat klager op zaterdagavond 24 september 2005 bezoek had van medegedetineerde [A], terwijl de celdeur was gesloten. Dit is in strijd met het bepaalde in
onderdeel 2.1 van de huisregels van de b.b.i. Veenhuizen, dat bepaalt dat bij bezoek de deur altijd geopend dient te zijn. Gelet hierop is de beslissing van de directeur aan klager een maatregel op te leggen bij afweging van alle in aanmerking komende
belangen niet onredelijk en onbillijk. Klager heeft [A] binnen laten blijven en het personeel niet gewaarschuwd. Het beklag dient in zoverre ongegrond te worden verklaard.

b.
Uit de artikelen met betrekking tot de disciplinaire straf en de hoorplicht voor de directeur volgt dat een straf niet met terugwerkende kracht kan worden opgelegd. Blijkens de schriftelijke mededeling van 26 september 2005 wordt aan klager op die dag
een disciplinaire straf opgelegd met ingang van 24 september 2005, hetgeen formeel onjuist is. Het beroep dient derhalve op formele gronden gegrond te worden verklaard.
Inhoudelijk is de beroepscommissie op grond van dezelfde overwegingen als hiervoor onder a. vermeld van oordeel, dat de beslissing van de directeur bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet onredelijk en onbillijk is. Het beklag dient
in
zoverre materieel ongegrond te worden verklaard.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig om voor het formeel gegrondverklaarde beklag klager een tegemoetkoming te verlenen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag.
Zij verklaart het beklag wat betreft onderdeel a. ongegrond.
Zij verklaart het beklag wat betreft onderdeel b. formeel gegrond en materieel ongegrond.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, J.L. Brand en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 2 januari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven