Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2905/GV, 23 december 2005, beroep
Uitspraakdatum:23-12-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2905/GV

betreft: [klager] datum: 23 december 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 november 2005 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Zijn moeder is heel ernstig ziek. Zij moet worden opgenomen in het ziekenhuis, maar vanwege de zorg voor de kinderen van klager kan dat niet.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Gelet op de inhoud van de artikelen 23 en 36 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) is er geen aanleiding tegemoet te komen aan klagers verzoek om strafonderbreking teneinde zijn kinderen bij elkaar te brengen. Van
de
zorg voor een ernstig ziek kind dan wel een in levensgevaar of ernstige psychische nood verkerend kind is geen sprake.

De directeur van de locatie de Dordtse Poorten te Dordrecht heeft negatief geadviseerd ten aanzien van het verzoek om strafonderbreking, omdat de motieven van klager vaag zijn en hij gezien zijn detentiefasering die binnen afzienbare tijd aangevraagd
kan worden zijn situatie het hoofd kan bieden.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van acht jaar en zes maanden met aftrek. Aansluitend dient hij twee gevangenisstraffen van in totaal 36 dagen te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 3 oktober 2007. Aansluitend
dient hij eventueel een vrijheidsbeneming te ondergaan van 15 dagen.

Artikel 34 van de Regeling bepaalt dat strafonderbreking kan worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof. Op grond van artikel 36 juncto 23 kan strafonderbreking onder meer worden
verleend voor een bezoek aan een in ernstig psychische nood verkerend kind. Hiervan is gelet op de stukken geen sprake. Klager beoogt zijn twee kinderen die bij zijn moeder in Italië verblijven te herenigen met zijn kind dat bij zijn vriendin in
Nederland verblijft. Een dringende noodzaak om hiertoe nu over te gaan en hiermee niet te wachten tot het moment dat klager in het kader van zijn detentiefasering hiertoe de mogelijkheid heeft is niet gesteld of gebleken.
De afwijzing door de Minister van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 23 december 2005

secretaris voorzitter

Naar boven