Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2124/GB, 8 december 2005, beroep
Uitspraakdatum:08-12-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/2124/GB

Betreft: [klager] datum: 8 december 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 augustus 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. de Reus, op 19 oktober 2005 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

Bij tussenbeslissing van de beroepscommissie van 3 november 2005, welke aan deze uitspraak is gehecht en waarvan de inhoud als hier ingelast wordt beschouwd, is de behandeling van de zaak aangehouden in afwachting van de beantwoording door het Deltalab
te Poortugaal van de vraag of de waarde van > 5000 ug/l. amfetamine, die is aangetroffen in klagers urinemonster, verklaard kan worden door het gebruik van Procarb, een sportsupplement.

In een schrijven van 17 november 2005 is door ir. N.C. den Boer, als klinisch chemicus verbonden aan het Deltalab, geantwoord dat uit de gegevens van de bijsluiter van Procarb geconcludeerd moet worden dat het niet waarschijnlijk is dat het
gebruik van Procarb zou leiden tot het vinden van een vals verhoogde concentratie van amfetamines bij analyse.

1. De beoordeling
1.1. Klager, die als passant ter herselectie in het h.v.b. is geplaatst, behoort, gelet op artikel 9, tweede lid, Pbw, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

1.2. Gelet op de inhoud van het schrijven van het Deltalab van 17 november 2005 is de
beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 in de tussenbeslissing van de beroepscommissie van 3 november 2005 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als
onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 8 december 2005

secretaris voorzitter

Naar boven