Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2153/GB, 8 december 2005, beroep
Uitspraakdatum:08-12-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/2153/GB

Betreft: [klager] datum: 8 december 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.P.C.M. Waarts, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 augustus 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) in Rotterdam afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 9 december 2004 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Zwaag te Hoorn.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek enkel op zeer algemene gronden afgewezen. De beslissing is derhalve niet zorgvuldig genomen. Klager wil graag naar een h.v.b. in of in de omgeving van Rotterdam, omdat zijn familie en verloofde daar wonen.
De reistijd is voor hen erg belastend. Dit geldt vooral voor zijn verloofde die mede hierdoor in een depressie terecht is gekomen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is ingesloten voor het parket Amsterdam en mitsdien is de celcapaciteit van h.v.b. Zwaag voor klager bestemd. Er is onvoldoende sociale of medische indicatie om van dit standpunt af te wijken. De medische argumenten zijn ook overigens niet door
middel van een medische verklaring van de behandelend arts dan wel psycholoog onderbouwd.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hetgeen namens klager is aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen. Voorzover moet worden aangenomen dat klagers verloofde psychische problemen heeft, wordt overwogen dat deze problemen
nog op geen enkele wijze zijn geconcretiseerd, noch met bescheiden van een arts of psycholoog zijn onderbouwd. Het beroep zal mitsdien ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 8 december 2005

secretaris voorzitter

Naar boven