Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2133/GB, 1 december 2005, beroep
Uitspraakdatum:01-12-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/2133/GB

Betreft: [klager] datum: 1 december 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 augustus 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) in Amsterdam afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 31 december 2004 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. Haarlem.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil worden overgeplaatst naar een h.v.b. in de buurt van Amsterdam, zodat zijn moeder hem kan bezoeken. Klager is van mening dat zijn gedrag niet zodanig is dat hij niet kan worden overgeplaatst. Hij heeft conflicten omdat hij voor zijn rechten
opkomt. Alle meldingen hebben te maken met zijn gezinssituatie of de regels die niet werden gevolgd. Er was tien weken lang geen werk beschikbaar voor klager, terwijl hij reiniger was. Klager is hiervoor niet compenseerd. Daarvoor werkte klager in de
keuken, hetgeen, evenals de functie van reiniger, een “privilegebaan” is. Hij heeft twee keer rapport gekregen voor blowen. Hij blowde echter alleen om in slaap te komen. Verder zijn er alleen meldingen gemaakt, maar is hem geen straf opgelegd. Klagers
moeder is er de dupe van dat het verzoek om overplaatsing is afgewezen. Zij is een vrouw van 1,60 meter lang met een gewicht van 130 kilo en zij zit altijd binnen. Eén keer per jaar brengt klager haar per cabrio naar de camping in Zandvoort, alwaar zij
dan twaalf weken verblijft. Klager heeft zijn moeder al negen maanden niet gezien. Sinds achttien maanden gaat het heel slecht met klagers moeder en volgens haar arts heeft zij niet lang meer. Tijdens zijn vorige detentie, kon zijn moeder hem maar één
keer per jaar bezoeken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft verzocht om overplaatsing, echter uit de overplaatsingsrapportage van de inrichting blijkt dat het gedrag van klager gedurende zijn detentie nogal te wensen overlaat gelet op de vele meldingen en rapporten. Eveneens is gebleken dat klager
geestverruimende middelen heeft gebruikt, wat niet is toegestaan. Daarnaast woont de moeder van klager in Amsterdam en is klager gedetineerd in Haarlem. De selectiefunctionaris is van mening dat de reistijd van Amsterdam naar Haarlem geen beletsel kan
zijn voor het bezoek. Daarnaast wijst de selectiefunctionaris op de eigen verantwoordelijkheid van klager. Klager is op de hoogte van de slechte gezondheidstoestand van zijn moeder. Problemen met het bezoek van zijn moeder deden zich ook al voor
tijdens
zijn eerdere detentie. Klager beweert een hechte band te hebben met zijn moeder, maar dat voorkomt niet dat hij telkens weer in detentie geraakt, waarbij het bezoekprobleem zich weer voordoet. Klager legt de verantwoordelijkheid voor de oplossing van
het probleem kennelijk bij een ander. De selectiefunctionaris is van mening dat er een duidelijke gedragsverandering zichtbaar dient te zijn alvorens klager in aanmerking komt voor overplaatsing.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als veroordeelde in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Blijkens de rapportage van de inrichting is klager zeer agressief en lastig. Hij is schreeuwerig, vervelend, hij bedreigt zedendelinquenten, hij is onbeschoft tegen de artsen en hij kent zijn grenzen niet. Klager zou ook een anti-sociale
persoonlijheidsstoornis hebben. Daarnaast gebruikt hij geestverruimende middelen. Bovendien eindigt de detentie van klager, bij betaling van de openstaande boetes, op korte termijn. Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de op
de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk en onbillijk kan worden aangemerkt. Hetgeen klager omtrent zijn bezoek heeft aangevoerd doet aan
dit oordeel niet af.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
mr. L. de Greef, secretaris, op 1 december 2005

secretaris voorzitter

Naar boven