Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1715/TA, 30 november 2005, beroep
Uitspraakdatum:30-11-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Telefoon  v

Uitspraak

nummer: 05/1715/TA

betreft: [klager] datum: 30 november 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 juli 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij de forensisch psychiatrische kliniek Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 3 oktober 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. drs. O.O. van der Lee, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [...],
waarnemend hoofd behandeling.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet mogen telefoneren.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager wilde rond 18.00 uur telefoneren om zijn bezoek af te zeggen, maar moest van de sociotherapie eerst zijn huistaak afmaken. Klager had
daar
geen zin in en heeft een personeelslid uitgescholden. Het was onterecht dat hij eerst zijn huistaak moest afmaken en andere patiënten niet. Andere patiënten krijgen veel gemakkelijker hulp van personeel. In de inrichting mogen patiënten tussen 16.30 en
21.30 uur telefoneren. Klager zit veel achter de deur en zijn verlof loopt ook niet goed. Deze gebeurtenis was net de druppel, die de emmer deed overlopen. Dit telefoontje wordt strategisch gemaakt in de behandeling van klager. Weigering door de
inrichting om te mogen telefoneren is voorts in strijd met artikel 38 Bvt. Personeel stelt voorwaarden aan het mogen telefoneren, die niet in de wet zijn vastgelegd.
De communicatie tussen klager en de inrichting verloopt nu beter.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De laatste tijd was de verhouding tussen klager en het personeel niet goed. Klager toonde herhaaldelijk weigerachtig gedrag en
daardoor trad het personeel strenger op ten aanzien van klager. Aangezien klager zich onacceptabel had gedragen, is hij naar zijn kamer gestuurd, waar hij tot de volgende ochtend heeft verbleven. In de middag heeft hij alsnog mogen telefoneren.

3. De beoordeling
Klager meent dat het in artikel 38, eerste lid, Bvt neergelegde recht op telefoneren is geschonden. Een vermeende schending van een in de wet neergelegd recht is naar vaste jurisprudentie van de beroepscommissie beklagwaardig en derhalve is klager
terecht ontvangen in zijn beklag.
Klager is niet terstond toegestaan om te telefoneren, omdat hij eerst zijn huistaak moest afmaken. De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing namens het hoofd van de inrichting niet als onredelijk of onbillijk of in strijd met de wet kan
worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. Y.A.J.M. van Kuijck, leden, in tegenwoordigheid van mr S.A.H. de Bruin, secretaris, op 30 november 2005

secretaris voorzitter

Naar boven