Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2332/GB, 22 november 2005, beroep
Uitspraakdatum:22-11-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/2332/GB

Betreft: [klager] datum: 22 november 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 september 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Veenhuizen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 20 juni 2005 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Maashegge te Overloon, van waaruit hij, via een tussentijdse plaatsing ter herselectie in het huis van bewaring (h.v.b.) Vught, op 9 september 2005 is
overgeplaatst naar de gevangenis Veenhuizen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Door zijn overplaatsing naar Veenhuizen is klager op grote afstand van zijn huisadres geplaatst. Daardoor kan hij geen bezoek ontvangen. Voor zijn vriendin en hun kind is de afstand per openbaar vervoer niet bereisbaar terwijl dat voor haar ook
financieel niet goed te doen valt. Klager heeft er belang bij dat zijn vriendin en kind op bezoek kunnen komen om zodoende hun relatie in stand te kunnen houden. Daarnaast heeft klager depressieve klachten en slaapproblemen. Door het ontbreken van
contacten met zijn gezin worden die problemen alleen maar erger. Klager kan zich ook niet vinden in de rapportage van de locatie Maashegge. Daarin wordt aangegeven dat er bij klager harddrugs zouden zijn aangetroffen. Dat is niet waar. Daarnaast zou
klager vaak positieve uitslagen hebben gehad van urinecontroles. Ook dat is onjuist. Klager heeft één keer een urinecontrole gehad in de locatie Maashegge en van die urinecontrole heeft hij een herhalingsonderzoek gevraagd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is vanuit de b.b.i. Maashegge ter herselectie overgeplaatst naar het h.v.b. Nieuw Vosseveld, naar aanleiding van een positieve urinecontrole na regimair verlof en wegens het bezit van softdrugs. Ten tijde van de herselectieprocedure heeft de
directeur van het h.v.b. Nieuw Vosseveld aanvullende informatie verstrekt, afkomstig van klager. Een spoedige selectie en plaatsing was wenselijk. Daarbij diende rekening gehouden te worden met de omstandigheid dat klager niet bij een bepaalde
medegedetineerde kon worden geplaatst. Die gedetineerde was inmiddels geplaatst in de gevangenis De Geerhorst te Sittard. In verband met de optimale capaciteitsbenutting in het land en de snelle plaatsingsmogelijkheid in de gevangenis Veenhuizen, is
klager voor die gevangenis geselecteerd. De selectiefunctionaris heeft geïnformeerd in hoeverre de mogelijkheid van contact met de betreffende gedetineerden zou kunnen worden vermeden, indien klager ook in de gevangenis De Geerhorst zou worden
geplaatst. De directeur van de gevangenis De Geerhorst meldde daarop dat een confrontatie in dat geval onvermijdelijk zou zijn. Voorzover klager aangeeft dat zijn bezoek om financiële en medische redenen niet in staat is hem in Veenhuizen te bezoeken,
wordt dit niet nader onderbouwd.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Veenhuizen is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als
onredelijk worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is, mede nu dit onvoldoende feitelijk is onderbouwd, onvoldoende zwaarwegend om thans tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 22 november 2005

secretaris voorzitter

Naar boven