Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2486/GV, 16 november 2005, beroep
Uitspraakdatum:16-11-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2486/GV

betreft: [klager] datum: 16 november 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 oktober 2005 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadvrouw mr. H.M.S. Cremers, om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Hij vindt het belachelijk dat zijn verzoek steeds op dezelfde gronden wordt afgewezen, terwijl het voorval geen gevolgen zou hebben voor het verdere verloop van zijn detentie.
Zijn raadsvrouw heeft hieraan nog het volgende toegevoegd. Het incident waarbij klager een su?cidepoging ondernam dateert van 16 april 2005. Inmiddels verblijft klager acht maanden op de IBA, alwaar hij naar eigen zeggen grote progressie boekt. Hij
stelt dat de psycholoog van de IBA juist positief staat tegenover een te verlenen verlof. De rapportage van de behandelend psycholoog zou in onderhavige oordeelsvorming betrokken dienen te worden.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager genoot eerder deze detentie regimair verlof vanuit de beperkt beveiligde inrichting Maashegge. Tijdens één van deze verloven heeft zich een ernstig incident voorgedaan, hetgeen heeft geleid tot veel maatschappelijke onrust.

De politie regio Limburg-Zuid, district Maastricht heeft op klagers verlofaanvraag aangegeven dat klager op 16 april 2005 in een woning is aangetroffen alwaar hij XTC-pillen had geslikt en zelfmoord wilde plegen.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek, wegens overtreding van de Opiumwet. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 14 juni 2006.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers derde verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

De beroepscommissie is van oordeel dat het incident gedurende een eerder verleend regimair verlof, het doen van een suïcidepoging, zoals uitgebreid weergegeven in het bijgevoegde proces-verbaal, een forse contra-indicatie heeft gevormd en nog zou
kunnen
vormen voor verlofverlening. Gelet op de datum van het incident, 16 april 2005, ten tijde van de bestreden beslissing derhalve bijna zes maanden eerder, had het op de weg van de Minister gelegen nader onderzoek te laten verrichten naar de psychische
gesteldheid van klager en daarbij met name tot uitdrukking te laten komen de kans op herhaling. Nu dit niet is gebeurd wordt de bestreden beslissing geacht onzorgvuldig te zijn genomen.
De beroepscommissie is gelet op het hiervoor overwogene van oordeel dat de beslissing van de Minister tot afwijzing van klagers verzoek om algemeen verlof als onredelijk en onbillijk dient te worden aangemerkt. Zij zal klagers beroep gegrond verklaren,
de bestreden beslissing vernietigen en de Minister opdragen binnen veertien dagen een nieuwe beslissing te nemen.
Er zijn geen termen voor toekenning van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen veertien dagen na ontvangst hiervan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 16 november 2005

secretaris voorzitter

Naar boven