Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1345/GA, 9 november 2005, beroep
Uitspraakdatum:09-11-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1345/GA

betreft: [klager] datum: 9 november 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 23 mei 2005 van de beklagcommissie bij de gevangenis Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 september 2005, gehouden in de locatie Zwolle, is [...], unit-directeur van de gevangenis Veenhuizen, gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan met bericht geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel voor de duur van 7 dagen met ingang van 16 februari 2005, omdat klager betrokken is geweest bij een vechtpartij met een medegedetineerde;
b. een ordemaatregel van afzondering in een afzonderingscel voor de duur van 14 dagen met ingang van 16 februari 2005, in afwachting van overplaatsing en
c. de externe tenuitvoerlegging van voornoemde maatregel met ingang van 18 februari 2005 op de landelijke afzonderingsafdeling (l.a.a.) Nieuw Vosseveld te Vught.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Klager was overgeplaatst naar de unit Oude Gracht en omdat hij zijn spullen niet zelf had ingepakt, wilde hij zijn spullen ter plaatse controleren. Hij moest eerst tekenen, maar dat doet klager niet voordat hij zeker weet of alles compleet en
schadevrij
is.
Klager kreeg van de psychiater medicijnen tegen psychose en depressie. Die werden door de dienstdoende arts zonder overleg met klager en de psychiater niet meer verstrekt.
Een paar dagen later zag klager toen hij aan het bellen was op het vlak, dat een Marokkaan zijn cel in ging op de eerste verdieping. Toen klager verhaal kwam halen kreeg hij meteen een klap. Klager heeft zich alleen verweerd. Klager werd door een team
uit zijn cel gehaald en naar een gereedstaand busje gebracht. In eerste instantie zei de directeur dat hij 3 dagen isoleercel zou krijgen. Toen de directeur later terugkwam om klager te horen werden het ineens 7 dagen straf, omdat de directeur naar
klagers verleden had gekeken. Klager denkt dat ze hem door zijn klachtzaken lastig vonden. Toen klager hier wat van zei, kreeg hij een maatregel voor 14 dagen. Klager heeft die dag een psychose gehad en heeft toen zijn cel besmeurd. Hij vindt dit
verschrikkelijk, maar dit is gebeurd omdat hij niet de juiste medicatie kreeg. Toen kreeg hij te horen dat hij naar de l.a.a. moest. Dit is gebeurd op een verkeerde grond en de datum klopte ook niet.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is een paar keer heen en weer geplaatst. In Norgerhaven heeft hij 11 dagen verbleven voordat hij is overgebracht naar de unit Oude Gracht. Na anderhalve dag raakte klager betrokken bij een vechtpartij. Om uit te zoeken wat er was gebeurd is hij
in afzondering geplaatst in Esserheem. Daar heeft een collega unit-directeur klager gezien. Klager had een enorme dreigende houding. Toen hij ook nog ’s nachts zijn cel had besmeurd was duidelijk dat hij niet in het regime van Veenhuizen thuishoorde.
De
beslissing om hem in afwachting van overplaatsing naar de l.a.a. te Vught over te plaatsen is klager aangezegd, maar hij was erg boos en niet aanspreekbaar. Klager is een zieke man, het is uitzonderlijk dat hij in het regime van algehele gemeenschap
terechtkwam. Er speelden medicatieproblemen. De inrichtingsarts heeft een eigen opvatting over medicijngebruik en dat standpunt moet de directie respecteren. Het is wel een punt waar overleg over plaatsvindt.

3. De beoordeling
De beroepscommissie constateert de volgende onjuistheden.
De ordemaatregel genoemd onder b. is op 17 februari 2005 met terugwerkende kracht tot 16 februari 2005 opgelegd. Dat is, gelet op de regels met betrekking tot de hoorplicht zoals neergelegd in artikel 57 Pbw, in strijd met de wet. De beroepscommissie
verstaat dat de disciplinaire straf is ingetrokken en dat klager vanaf 17 februari 2005 op grond van een ordemaatregel in afzondering is geplaatst. De ordemaatregel is voor de duur van 14 dagen opgelegd, maar de in de beslissing genoemde periode
betreft
feitelijk maar 12 dagen omdat februari 28 dagen telde.
In de beslissing externe tenuitvoerlegging op de l.a.a. van 17 februari 2005 genoemd onder c. staat dat klager een disciplinaire straf van plaatsing in afzondering voor de duur van 14 dagen is opgelegd, terwijl dit een ordemaatregel betrof.
Gelet op het vorenstaande dient het beroep op formele grond gegrond te worden verklaard. Nu de bestreden beslissingen inhoudelijk gezien niet in strijd met de wet worden geacht en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen evenmin onredelijk
of onbillijk, is de beroepscommissie van oordeel dat klager geen tegemoetkoming toekomt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep op formele grond gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag in zoverre alsnog gegrond. Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. E. Rood-Pijpers, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Jousma, secretaris, op 9 november 2005

secretaris voorzitter

Naar boven