Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1589/JB, 27 oktober 2005, beroep
Uitspraakdatum:27-10-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/1589/JB

Betreft: [klager] datum: 27 oktober 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. A.T. Tilburg, namens

[...], geboren op [1989], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 21 juni 2005 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 september 2005, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Den Engh te Den Dolder zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.T. Tilburg, en [...], selectiefunctionaris.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de behandelinrichting Het Poortje te Veenhuizen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is onder toezicht gesteld van Stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam te Rotterdam.
Met toepassing van artikel 261Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak d.d. 24 februari 2005 Bureau Jeugdzorg gemachtigd tot uithuisplaatsing van klager. De machtiging is bedoeld voor plaatsing in een normaal
beveiligde justitiële inrichting. Op 11 augustus 2005 is de machtiging verlengd tot 17 april 2006.

Op 19 mei 2005 is klager geplaatst in de normaal beveiligde behandelinrichting Het Poortje te Veenhuizen.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager zegt begrip te hebben voor zijn plaatsing in Het Poortje, omdat het op dat moment de enige mogelijkheid was voor een snelle plaatsing. Voor zijn ouders is het echter uit financieel oogpunt erg lastig om vanuit Rotterdam op bezoek te komen. Zijn
ouders zijn tot nu toe één keer op bezoek geweest en op zijn verjaardag is er ook familie gekomen. Klager wil, nu hij eenmaal in Het Poortje is geplaatst, zijn behandeling daar wel afmaken. Indien hij toe is aan opvang in een minder beveiligde setting,
wil hij graag in Den Hey-Acker geplaatst worden. Klager had met zijn gezinsvoogd en zijn ouders een plan opgesteld. Deze gezinsvoogd is echter sinds eind april langdurig ziek. Met de nieuwe gezinsvoogd heeft hij nog niet veel contact gehad. Het is erg
moeilijk om haar te bereiken.
De raadsman zegt zich te kunnen vinden in de toezegging van de selectiefunctionaris dat, op het moment dat klager tijdens zijn behandeltraject in Het Poortje toe is aan opname in een beperkt beveiligde setting, plaatsing in Den Hey-Acker overwogen zal
worden. Het is echter wel zaak dat dit goed in het oog wordt gehouden, opdat te zijner tijd de plaatsing gerealiseerd kan worden.

De selectiefunctionaris heeft de beslissing als volgt toegelicht.
De beslissing tot plaatsing in een behandelinrichting is geschied conform artikel 16, eerste, tweede en vierde lid, Bjj. Op 4 april 2005 heeft Bureau Jeugdzorg Rotterdam klager aangemeld voor behandeling in een normaal beveiligde inrichting. Hierbij is
geen voorkeur aangegeven voor een speciale inrichting. Voor de hand lag een aanmelding bij j.j.i. De Hey-Acker te Breda, bestemd als “overloop” voor aanmeldingen vanuit Rotterdam. De wachttijd voor deze inrichting bedroeg echter tenminste 6 maanden. Op
grond van de wachtlijsten in andere inrichtingen is besloten klager aan te melden bij Het Poortje, om te voorkomen dat klager langer dan nodig en gewenst in de gesloten crisisopvang zou moeten verblijven. De gezinsvoogd was het eens met deze
mogelijkheid tot snelle plaatsing in een behandelinrichting, ook als dit ver buiten de regio zou zijn. Een genuanceerde plaatsingsbeschikking voor Het Poortje, in die zin dat de plaatsing aldaar alleen geldt voor de periode totdat er dichterbij
Rotterdam plaats is voor klager is formeel niet mogelijk. Bovendien is het niet wenselijk om een behandeltraject bij de ene jeugdinrichting halverwege te beëindigen en daarna voort te zetten in een andere jeugdinrichting. Klager volgt in Het Poortje nu
een agressie therapie. Het is van belang deze behandeling in een gesloten inrichting af te ronden. Indien klager toe is aan opname in een beperkt beveiligde setting, zal in overleg met zijn behandelcoördinator en de gezinsvoogd bezien worden of hij
geplaatst kan worden in Den Hey-Acker, alwaar hij zijn behandeltraject kan voortzetten. Ter zitting zegt de selectiefunctionaris toe hiervan een aantekening te zullen maken in het systeem en Het Poortje te vragen klager vroegtijdig aan te melden voor
bedoelde opname .

4. De beoordeling
Klager is onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst. Hiervoor zijn de behandelinrichtingen bestemd. De behandelinrichting Het Poortje is normaal beveiligd.
Klager verblijft in de gesloten normaal beveiligde behandelinrichting Het Poortje op grond van een machtiging van de kinderrechter tot uithuisplaatsing en plaatsing in een normaal beveiligde justitiële jeugdinrichting die geldig is tot 17 april 2006.
De
normaal beveiligde behandelinrichtingen zijn krachtens artikel 10, eerste lid onder b, Bjj bestemd tot - onder meer – behandeling van minderjarigen met een civielrechtelijke status. Gelet op de stukken en het behandelde ter zitting, is de
beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, ook niet onredelijk of onbillijk kan worden genoemd.
Bij haar overwegingen heeft de beroepscommissie meegewogen de toezegging van de selectiefunctionaris om, in overleg met klagers behandelcoördinator en de gezinsvoogd, te bezien of klager, zodra hij toe is aan opname in een beperkt beveiligde setting,
in de j.j.i. Den Hey-Acker geplaatst kan worden.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr.dr. M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, voorzitter, prof. dr. R.A.R. Bullens en mr. A.P. van der Linden, leden, bijgestaan door mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 27 oktober 2005

secretaris voorzitter

Naar boven