Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2085/GB, 27 oktober 2005, beroep
Uitspraakdatum:27-10-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/2085/GB

Betreft: [klager] datum: 27 oktober 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 augustus 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen (jovo-gevangenis) Zutphen ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 3 januari 2005 gedetineerd. Hij verbleef in de afdeling voor psychologisch onvolwassenen Nieuwegein (een jovo-huis van bewaring). Op 31 augustus 2005 is hij geplaatst in de jovo-gevangenis Zutphen, waar een regime van algehele
gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager wil liever naar een andere jovo-gevangenis omdat er in Zutphen een medegedetineerde verblijft, waar klager eerder problemen mee heeft gehad. Daarnaast is de reisafstand voor klagers moeder te groot en kan zij klager in Zutphen niet komen
bezoeken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op grond van zijn eerdere indicatiestelling vanuit het jovo-huis van bewaring Nieuwegein geselecteerd voor plaatsing in de jovo-gevangenis Zutphen. De betreffende medegedetineerde, waar klager problemen mee zou hebben, is overgeplaatst naar
de
jovo-gevangenis De Schie in Rotterdam. Voor het overige geeft hetgeen klager in beroep heeft aangevoerd, volgens de selectiefunctionaris geen aanleiding voor een andere beslissing.

4. De beoordeling
4.1. De jovo-gevangenis Zutphen is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De beroepscommissie verstaat dat klager geen beroep heeft ingesteld tegen de plaatsing in een jovo-gevangenis, maar dat het beroep gericht is tegen zijn plaatsing in de jovo-gevangenis te Zutphen, omdat daar een medegedetineerde zou verblijven
waarmee klager eerder problemen heeft gehad en omdat Zutphen slecht bereikbaar zou zijn voor klagers moeder.
De beroepscommissie stelt vast dat de door klager genoemde medegedetineerde inmiddels niet meer in de jovo-gevangenis Zutphen verblijft. Dat betekent dat de hoofdreden van klagers beroep is komen te vervallen en dat de op de onder 3.2 genoemde gronden
gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet als onredelijk of onbillijk moet worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 27 oktober 2005

secretaris voorzitter

Naar boven