Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2003/GB, 27 oktober 2005, beroep
Uitspraakdatum:27-10-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/2003/GB

Betreft: [klager] datum: 27 oktober 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 augustus 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring voor psychologisch onvolwassenen Nieuw Vosseveld (jovo-h.v.b.) te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 20 juni 2005 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b./ISD Nieuw Vosseveld. Op 18 augustus 2005 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Nieuw Vosseveld.

3. De standpunten
3.1 Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is het niet eens met de beslissing om hem in een jovo-h.v.b. te plaatsen. Hij kan niet omgaan met de spanningen en stress die in een dergelijk h.v.b. heersen. Klager is psychotisch en daarom heeft hij belang bij een verblijf in een rustige,
stressvrije omgeving. Klager zou daarom graag in het h.v.b. Nieuw Vosseveld willen blijven. Hij is bang om te ‘flippen’ als hij in een jovo-h.v.b. moet verblijven.

3.2 De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager was als preventief gehechte ingesloten in het h.v.b. Nieuw Vosseveld te Vught. Op grond van klagers leeftijd is een jovo-indicatieopstelling gemaakt. Blijkens de van die indicatiestelling opgemaakte verzamelstaat blijkt dat klager een
tekortkoming heeft met betrekking tot zijn opleiding(en). Gelet daarop is besloten klager over te plaatsen naar het jovo-h.v.b. Nieuw Vosseveld. Daarbij is er mede rekening mee gehouden dat klager voor het feit waarvoor hij preventief gehecht is,
vervolgd wordt door het arrondissementsparket te ’s-Hertogenbosch. Klager heeft aangevoerd dat hij op grond van psychische klachten ongeschikt zou zijn voor een verblijf in het jovo-h.v.b. Blijkens het bericht van de inrichtingspsycholoog, worden
klagers psychologische klachten onderkend. De psycholoog heeft daarbij evenwel aangegeven dat er geen redenen zijn om klagers huidige detentiesituatie te wijzigen.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouder zijn dan 17
jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen (Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus
2001)
kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief)
24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats

4.3. Klager valt, gelet op de tekst van artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder b, qua leeftijd onder de categorie gedetineerden die in een jovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts is
uit klagers indicatiestelling gebleken dat hij een tekortkoming heeft voor wat betreft opleiding en daarnaast wordt verdacht van het plegen van een geweldsdelict. Dit maakt dat hij eveneens voldoet aan het tweede criterium van artikel 16 van de
Regeling. Tegen de achtergrond van het onder 4.2 overwogene komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen evenmin als
onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Hetgeen door klager is aangevoerd omtrent zijn psychische klachten, kan niet leiden tot een andere beslissing, nu de inrichtingspsycholoog heeft aangegeven dat klagers verblijf in het jovo-h.v.b. niet is
gecontraïndiceerd.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 27 oktober 2005

secretaris voorzitter

Naar boven