Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2022/GA, 8 november 2005, beroep
Uitspraakdatum:08-11-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2022/GA

betreft: [klager] datum: 8 november 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de detentieboot Reno te Rotterdam,

gericht tegen de uitspraak van 16 augustus 2005 van de beklagcommissie bij voormelde detentieboot, gedaan ten behoeve van [...], verder te noemen klager, voorzover deze de vaststelling van een tegemoetkoming betreft,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 oktober 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klagers raadsman mr. H. Halfers en namens de directeur [...], afdelingshoofd van de detentieboot Reno.

Klager is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 70,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de oplegging van een ordemaatregel van maximaal zeven dagen afzondering in een afzonderingscel, welke ordemaatregel extern
tenuitvoer is gelegd in het huis van bewaring Rotterdam, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is aangevoerd dat het beroep enkel nog de hoogte van de tegemoetkoming betreft en dat voor het overige het beroep wordt ingetrokken. Voorts is aangevoerd dat klager feitelijk vier dagen afgezonderd is geweest, terwijl hem een
tegemoetkoming voor zeven dagen afzondering is toegekend.

Klagers raadsman heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt toegelicht overeenkomstig zijn pleitnotities, welke aan deze uitspraak zijn gehecht en waarvan de inhoud als hier ingelast dient te worden beschouwd. Hij heeft
daaraan toegevoegd dat aan klager een tegemoetkoming van € 70,= is toegekend en dat hij deze weliswaar nog niet heeft ontvangen, maar in gedachten wel heeft uitgegeven. Door klager een lagere tegemoetkoming toe te kennen, komt hij in een nadelige
positie. Het toekennen van een lagere tegemoetkoming is in strijd met het vertrouwensbeginsel.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak.
Nu klager feitelijk vier dagen in een afzonderingscel heeft verbleven, dit niet is betwist door klager noch door zijn raadsman, en hem een tegemoetkoming is toegekend die gebaseerd is op een verblijf van zeven dagen in de afzonderingscel is een
tegemoetkoming van € 70,= onjuist. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard. De beroepscommissie zal een lagere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 40,=.

Aangezien namens de directeur het overige beroep ter zitting is ingetrokken, kan een beslissing terzake achterwege blijven.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 40,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, J.L. Brand en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 8 november 2005

secretaris voorzitter

Naar boven