Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2083/GB, 4 november 2005, beroep
Uitspraakdatum:04-11-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/2083/GB

Betreft: [klager] datum: 4 november 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 31 augustus 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de afdeling voor psychologisch onvolwassenen Zwaag, zijnde een huis van bewaring (hierna jovo-h.v.b.) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 9 juni 2005 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Amsterdam. Op 31 augustus 2005 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Zwaag.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager wil niet worden overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Zwaag, omdat hij dan geen bezoek van zijn ouders kan ontvangen. Zijn ouders spreken geen Nederlands en beschikken niet over vervoer naar Zwaag.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft bezwaar aangetekend tegen de beslissing van de selectiefunctionaris om hem te selecteren voor een jovo-inrichting. Dit bezwaar is door de selectiefunctionaris ongegrond verklaard, omdat klager geen steekhoudende argumenten heeft aangevoerd
op grond waarvan de selectiefunctionaris mogelijk tot een andere beslissing zou moeten of kunnen komen. Voor zover de selectiefunctionaris heeft kunnen nagaan betreft het beroep de plaatsing in de jovo-inrichting in Zwaag en niet het feit dat hij als
jovo-gedetineerde is aangemerkt. Het beroep van klager gaat over het feit dat hij van mening is dat zijn ouders hem niet meer kunnen bezoeken als hij in de jovo-inrichting van Zwaag zou worden geplaatst. Klager geeft aan dat ze geen vervoer hebben en
geen Nederlands spreken. De selectiefunctionaris ziet geen verband tussen het niet spreken van de Nederlandse taal en het niet op bezoek kunnen komen. Het openbaar vervoer is voor iedereen toegankelijk, dus ook voor klagers, niet Nederlands sprekende
ouders. Klager toont op geen enkele wijze aan dat zijn ouders niet in staat zijn om hem te bezoeken.

4. De beoordeling
4.1. Ten tijde van de beslissing van de selectiefunctionrais was klager preventief gedetineerd en behoorde mitsdien tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat het beroep van klager niet zozeer is gericht tegen zijn jovo-indicatie, als wel tegen de locatie waar hij dient te verblijven. Klager voert aan dat zijn ouders hem niet kunnen bezoeken in de jovo-inrichting te
Zwaag. Hij toont echter op geen enkele wijze aan dat zijn ouders niet in staat zijn om hem te bezoeken.
Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als
onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt..

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 4 november 2005

secretaris voorzitter

Naar boven