Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2137/GB, 4 november 2005, beroep
Uitspraakdatum:04-11-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/2137/GB

Betreft: [klager] datum: 4 november 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 augustus 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring voor psychologisch onvolwassenen (hierna jovo-h.v.b.) Zutphen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 28 juni 2005 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Utrecht te Nieuwegein. Op 14 september 2005 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Zutphen.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager wil niet worden overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Zutphen, omdat zijn in IJsselstein woonachtige moeder, gelet op haar medische klachten, niet naar Zutphen kan reizen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft op 24 augustus 2005 een eerste indicatiestelling jovo met betrekking tot klager ontvangen. Klager is ingesloten voor het parket Utrecht, in het h.v.b. te Nieuwegein. Door zijn positieve score op de eerste indicatiestelling
is hij jovo-geindiceerd. De jovo-afdeling van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein kent een zeer lange wachtlijst, zodat klager is geselecteerd voor p.i. Zutphen. Hiertegen maakt klager bezwaar omdat klagers moeder gezondheidsproblemen heeft
en
het niet kan opbrengen om klager in Zutphen te bezoeken. De gestelde gezondheidsproblemen worden niet bevestigd door een arts. Zodoende is het bezwaar van klager door de selectiefunctionaris ongegrond verklaard. In zijn beroepsschrift geeft klager aan
op 5 september 2005 een medische verklaring te hebben overgelegd. Op 12 september 2005 heeft het bureau selectie en detentiebegeleiding de selectiefunctionaris telefonisch laten weten geen medische verklaring te hebben ontvangen.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat het beroep van klager niet zozeer is gericht tegen zijn jovo-indicatie, als wel tegen de locatie waar hij dient te verblijven. In dit verband overweegt de beroepscommissie als volgt. Klager vindt Zutphen te
ver
in verband met zijn bezoek. Klager is preventief ingesloten voor het parket Utrecht, echter voor het jovo-h.v.b. in dat arrondissement bestaat een zeer lange wachtlijst, waardoor is uitgeweken naar een ander jovo-h.v.b. De beroepscommissie is, gelet op
het bovenstaande, van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan
worden
aangemerkt. Hetgeen klager over de gezondheid van zijn moeder heeft aangevoerd, is niet onderbouwd met een medische verklaring en kan derhalve niet tot een ander oordeel leiden.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 4 november 2005

secretaris voorzitter

Naar boven