Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1926/GB, 13 oktober 2005, beroep
Uitspraakdatum:13-10-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/1926/GB

Betreft: [klager] datum: 13 oktober 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 augustus 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Zoetermeer ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 19 januari 2004 gedetineerd. Vanuit het huis van bewaring Zoetermeer is hij op 17 augustus 2005 geplaatst in de gevangenis Zoetermeer, een inrichting met een regime van algehele gemeenschap.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht. Klager is niet in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) geplaatst, omdat er geen reclasseringsrapportage voorhanden was en hij niet was teruggekeerd van een hem verleende schorsing. Aan het
eerste gegeven kan hij niets doen. Het buro selectie- en detentiebegeleiding van de inrichting en klagers reclasseringsambtenaar hadden onenigheid en daar is klager nu de dupe van. Toen klager nog in preventieve hechtenis verbleef, is hem drie dagen
schorsing verleend in verband met het overlijden van klagers vader. Klager was in die periode in de war, was zijn bestaansdoel kwijt en heeft tot zijn aanhouding door de politie, zo vermoedt hij, kennelijk op straat gezworven. Klager beseft dat hij
fout
is geweest en wil graag een tweede kans. Plaatsing in een b.b.i. biedt hem de mogelijkheid tot het volgen van een opleiding en de mogelijkheid tot contact met zijn zieke oma.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Door niet terug te keren van de verleende schorsing van zijn preventieve hechtenis, heeft klager aangetoond niet om te kunnen gaan met de vrijheden die horen bij een b.b.i. Daarom is hij vooralsnog voor een gesloten inrichting geselecteerd. In zijn
beroepschrift legt klager uit hoe het kon gebeuren dat hij niet terugkeerde van de aan hem verleende schorsing. Deze uiteenzetting levert naar het oordeel van de selectiefunctionaris echter geen rechtvaardiging op voor het niet terugkeren van de
verleende schorsing.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Zoetermeer is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking
komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op de in het kader van de selectieprocedure naar voren gekomen
omstandigheden, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een (zeer) beperkt beveiligingsniveau. Klagers beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 13 oktober 2005

secretaris voorzitter

Naar boven