Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1643/GA, 4 oktober 2005, beroep
Uitspraakdatum:04-10-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1643/GA

betreft: [klager] datum: 4 oktober 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 mei 2005 van de beklagcommissie bij de locatie De Marwei te Leeuwarden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag houdt in dat klager geen onderwijs meer kan volgen.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Er is een incompetente beslissing genomen. Klager is door hem te plaatsen op de verkeerde afdeling het recht op onderwijs ontnomen. Hij had er wel een
aanvraag voor ingediend.

De directeur heeft gepersisteerd bij het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt inhoudende dat vanaf de invoering van het nieuwe dagprogramma, begin oktober 2004, gedetineerden in het huis van bewaring (h.v.b.) geen onderwijs meer kunnen
volgen.

3. De beoordeling
Uit artikel 48, eerste lid, Pbw, volgt dat een gedetineerde recht heeft op het volgen van onderwijs en het deelnemen aan andere educatieve activiteiten, voorzover deze zich verdragen met de aard en de duur van de detentie en de persoon van de
gedetineerde.
In de Memorie van Toelichting op voormeld artikel is nader toegelicht dat op welke wijze en met welke frequentie aan gedetineerden een aanbod van onderwijs moet worden gedaan, sterk bepaald wordt door de aard van de inrichting of afdeling en hun
populatie. Naarmate de inrichting geslotener is en de gedetineerden aldaar langer verblijven zal het aanbod groter moeten zijn. De door de directeur genomen beslissing om in het h.v.b. geen onderwijs meer aan te bieden verdraagt zich naar het oordeel
van de beroepscommissie niet met het daaromtrent bepaalde in de Pbw. Dit in de wet geformuleerde recht op onderwijs voor gedetineerden kan niet door een wijziging in het dagprogramma terzijde geschoven worden.
Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal gegrond worden verklaard. Aan klager zal een tegemoetkoming van € 25,= worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 4 oktober 2005

secretaris voorzitter

Naar boven