Nummer: 05/1528/GB
Betreft: [klager] datum: 23 september 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 8 juni 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift tegen de afwijzing van klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Zwolle ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 13 april 2004 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Zwolle en is op 16 februari 2005 overgeplaatst naar het h.v.b. De Karelskamp te Almelo. Op 1 april 2005 is hij overgeplaatst naar het h.v.b./ISD De
Grittenborgh te Hoogeveen.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft tijdens een eerder verblijf in Zwolle nooit een rapport gehad. Hij heeft zich ingezet voor de gedeco en regelmatig gesprekken gehad met de unit-directeur en het afdelingshoofd. Men heeft klager toen gezegd dat hij een modelgedetineerde is.
Tot zijn verbazing is hem medegedeeld op 15 februari 2005 dat er GRIP-informatie was dat hij in samenwerking met andere gedetineerden zou willen trachten te ontvluchten. Klager is vervolgens overgeplaatst naar het h.v.b. te Almelo en daar driemaal
intern overgeplaatst. Op 1 april 2005 deelde de unit-directeur van het h.v.b. De Karelskamp hem mee dat hij samen met een andere gedetineerde op gewelddadige wijze zou hebben trachten te ontvluchten. Klager is een ordemaatregel van afzondering opgelegd
en hij is direct overgeplaatst naar het h.v.b./ISD De Grittenborgh. Op 4 april 2005 heeft de dominee klager bezocht met de mededeling dat op 1 april 2005 laat in de middag al bekend was dat het een 1 aprilgrap betrof van vier gedetineerden. Eén van hen
heeft een spijtbetuiging aan de directeur gestuurd. De brieven van de dominee en van de medegedetineerde zijn als bijlagen bij het beroepschrift gevoegd. Op 8 april 2005 is de aan klager opgelegde ordemaatregel geschorst. Eén van de medegedetineerden
met wie klager zou hebben willen vluchten, heeft klager tijdens een schorsing van detentie bezocht, de uitdraai van de bezoekerslijst is als bijlage bij het beroepschrift gevoegd en die medegedetineerde is ook van de lijst met vluchtgevaarlijke
gedetineerden afgehaald. Klager heeft gevraagd om overplaatsing naar Zwolle omdat het daar voor zijn gezondheid veel beter was. Hij mocht daar zijn voedingssupplementen gebruiken. In De Grittenborgh wordt dat niet toegestaan.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Reden voor afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar Zwolle is dat klager eerder in het h.v.b. Zwolle verbleef en toen is overgeplaatst naar het h.v.b. De Karelskamp omdat hij in beeld was voor wat betreft vluchtplannen. Eén en ander geschiedde
op informatie van het meldpunt GRIP. Tegen deze overplaatsing naar het h.v.b. De Karelskamp heeft klager geen bezwaar gemaakt. Kort daarop is klager in het h.v.b. De Karelskamp weer in beeld gekomen voor wat betreft vluchtplannen en is hij
overgeplaatst
naar het h.v.b./ISD De Grittenborgh. Laatstgenoemde ontvluchtingsplannen zouden slechts gebaseerd zijn op een 1 aprilgrap van één of meer medegedetineerden. De inrichting gaf aan dat er wel degelijk een signaal was binnengekomen en dat men één en ander
daarom serieus had genomen, waarbij het verleden van klager ook een rol heeft gespeeld. Gelet op de eerdere wegplaatsing uit Zwolle is terugplaatsing naar Zwolle niet verstandig. Zowel in Zwolle als in Almelo was er reden om de ontvangen informatie met
betrekking tot vluchtplannen serieus te nemen.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Klager heeft verzocht om overplaatsing naar het h.v.b. Zwolle, waar hij eerder heeft verbleven maar waaruit hij is weggeplaatst omdat er sprake zou zijn van ontvluchtingsplannen. De beroepscommissie is van oordeel dat de op de onder 3.2
genoemde
gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris om klager niet terug te plaatsen naar het h.v.b. Zwolle niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden
aangemerkt. Dat overplaatsing naar het h.v.b. Zwolle beter voor klagers gezondheid zou zijn, omdat hij daar anders dan in het h.v.b. De Grittenborgh wel voedingssupplementen zou mogen gebruiken, kan, wat er zij van de juistheid daarvan, niet tot een
ander oordeel leiden.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 september 2005
secretaris voorzitter