Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1366/GM, 22 september 2005, beroep
Uitspraakdatum:22-09-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1366/GM

betreft: [klager] datum: 22 september 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan het Huis van Bewaring Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 27 mei 2005 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 juli 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is klager gehoord. De inrichtingsarts verbonden aan het Huis van Bewaring Veenhuizen, is zonder bericht van verhindering niet ter zitting
verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 30 september 2004, betreft het afbouwen van Oxazepam.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. De inrichtingsarts heeft de dosering van Oxazepam afgebouwd en hiervoor geen vervangend medicijn voorgeschreven. Voor zijn detentie in mei 2004 ontving klager van zijn huisarts driemaal daags 50 mg
Oxazepam. De Oxazepam is in drie weken afgebouwd. Klager heeft over de afbouw met de inrichtingsarts gesproken.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Het voorschrijven van Nozinan is tegenwoordig voorbehouden aan niet-ambulante patiënten, bijvoorbeeld in het geval van kortdurend ziekenhuisopname.

3. De beoordeling
Artikel 29, eerste lid, Pm bepaalt dat een schriftelijk verzoek aan de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie om te bemiddelen terzake van een klacht, uiterlijk op de veertiende dag na die waarop het medisch handelen waartegen de klacht zich
richt heeft plaatsgevonden, moet worden ingediend. Ter zitting heeft klager aangegeven dat zijn klacht zich richt tegen het afbouwen van Oxazepam vanaf 5 april 2004. De afbouw is gerealiseerd in drie weken. Het verzoek om bemiddeling is gedateerd op 30
september 2004 en is op 13 oktober 2004 door de medisch adviseur ontvangen. Gelet op het vorenstaande heeft klager te laat een verzoek om bemiddeling ingediend. Klager dient derhalve niet-ontvankelijk in zijn klacht te worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 22 september 2005

secretaris voorzitter

Naar boven