nummer: 05/1457/GM
betreft: [klager] datum: 22 september 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard,
alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 30 mei 2005 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.
Klager en de inrichtingsarts zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 28 juli 2005, gehouden in de penitenitiaire inrichtingen Amsterdam, te worden gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij
daarvan geen gebruik gemaakt. De inrichtingsarts is zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 16 april 2005, betreft de weigering een MRI-scan van klagers hoofd te maken en de weigering hem arbeidsongeschikt te verklaren.
2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Klager heeft sinds 2001 chronische hoofdpijn. In 2003 is hij hiervoor onderzocht en is een MRI-scan gemaakt. Er zijn geen afwijkingen geconstateerd. Bij aanhoudende klachten luidde het advies wederom een
grondig onderzoek te laten verrichten. Klager heeft nog steeds veel last van hoofdpijn en wil daarom een MRI-scan. Dit zal niet alleen goed zijn voor zijn gemoedsrust, hij wil ook weten of er een tumor in zijn hoofd aan het ontwikkelen is. De
inrichtingsarts erkent zijn probleem echter niet. Hij wordt verder verplicht aan te zware activiteiten deel te nemen. Klager wil arbeidsongeschikt worden verklaard.
De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Klager verblijft sinds 1 maart 2005 in de gevangenis Zuyderbos. Hij is onderzocht door de inrichtingsarts. Het verzoek van klager om een MRI-scan is in het PMO besproken en is afgewezen omdat
uit een eerdere scan uit 2003 geen bijzonderheden naar voren zijn gekomen. De inrichtingsarts heeft een uitgebreid bloedonderzoek laten verrichten. Ook hieruit zijn geen bijzonderheden naar voren gekomen. Klager krijgt medicatie voorgeschreven.
3. De beoordeling
Op grond van de stukken waaronder het medisch dossier is de beroepscommissie van oordeel dat de inrichtingsarts juist heeft gehandeld omtrent de afwijzing van klagers verzoek om een MRI-scan. Zijn verzoek is in het PMO besproken en afgewezen omdat een
MRI-scan uit 2003 geen bijzonderheden aan het licht heeft gebracht en er sinds 2003 geen veranderingen zijn opgetreden. De enkele stelling dat het voor klagers gemoedsrust beter is om nogmaals een MRI-scan te laten maken, is onvoldoende reden het
verzoek van klager te honoreren. Klager is overigens door de inrichtingsarts onderzocht en er is een bloedonderzoek verricht. Ook hieruit zijn geen bijzonderheden naar voren gekomen.
Wat betreft het onderdeel van klagers klacht over de weigering hem arbeidsongeschikt te verklaren, is uit het medisch dossier niet gebleken dat hiervoor een medische noodzaak bestaat. Naar aanleiding van een concrete ziektemelding kan de
inrichtingsarts
klagers geschiktheid voor de arbeid beoordelen. Uit het medisch dossier is gebleken dat onder andere op 14 juni 2005 een dergelijke beoordeling heeft plaatsgevonden, met als resultaat dat klager op die datum arbeidsongeschikt is verklaard.
Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet onzorgvuldig is geweest en derhalve niet in strijd is met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 22 september 2005
secretaris voorzitter