Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1239/GB, 24 augustus 2005, beroep
Uitspraakdatum:24-08-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/1239/GB

Betreft: [klager] datum: 24 augustus 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 mei 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 17 december 2003 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Tilburg. Op 14 april 2005 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Nieuw Vosseveld te Vught.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager vindt de redenen voor zijn overplaatsing naar het h.v.b. Nieuw Vosseveld onbegrijpelijk. Klager is van mening dat er geen sprake is van een ‘werkrelatie’ tussen hem en het personeel van de inrichting. Aan klager is nimmer meegedeeld dat het
handelen dan wel het gedrag van klager laakbaar of onprettig was of iets dergelijks. Gedurende 17 maanden detentie is klager nimmer gesanctioneerd of gewaarschuwd. Zijn relatie met het personeel was altijd goed. Aan klager wordt verweten dat hij
manipulatief gedrag vertoont, hetgeen klager betwist. Klager heeft eerder gebruik gemaakt van het beklagrecht. In meerdere zaken heeft de beklagcommissie en/of beroepscommissie zijn standpunt gedeeld. Zo heeft klager bijvoorbeeld geklaagd over het
afschaffen van de activiteit onderwijs in het h.v.b. Tilburg. Klager is door de beklagcommissie in het gelijk gesteld. Hij vermoedt dat de beroepscommisie tijdens de zitting heeft laten doorschemeren dat ook de beroepscommisie klager in het gelijk zou
stellen, hetgeen op 6 juni jl. ook gebeurde. Volgens klager is zijn overplaatsing uitsluitend gearrangeerd om te vermijden dat de activiteit onderwijs opnieuw in het h.v.b. Tilburg moet worden ingevoerd. Bovendien kan klager dan geen aanspraak meer
maken op een tegemoetkoming. Klager zou medegedetineerden op hun rechten hebben gewezen. Dit heeft hij echter nooit gedaan. Hij is uit de gedetineerdencommissie (gedeco) gestapt, omdat hij het idee had dat de gedeco niet serieus werd genomen. Klager is
van mening dat de selectiefunctionaris zijn selectiebeslissing op onjuiste gronden heeft genomen. De redenen van de ongegrondverklaring zijn onjuist, onzuiver en irrelevant.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De directie van het h.v.b. Tilburg heeft op 24 maart 2005 het verzoek gedaan om klager over te plaatsen omdat klager manipulerend was in zijn houding en functioneren naar het personeel, waardoor de verhouding met het personeel te zeer onder druk kwam
te
staan, zodat van een objectieve bejeging van klager en een ongestoorde tenuitvoerlegging van klagers detentie geen sprake meer kon zijn.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De beroepscommissie overweegt dat uit de beschikbare stukken naar voren komt, dat de relatie tussen het personeel en klager dusdanig was verstoord dat dit aan een adequate tenuitvoerlegging van klagers detentie in de weg stond. Gelet daarop
acht
de beroepscommissie aannemelijk dat een verder verblijf van klager in het h.v.b. Tilburg ongewenst is. Om die reden is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in
strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 24 augustus 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven