Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1488/GV, 1 augustus 2005, beroep
Uitspraakdatum:01-08-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1488/GV

betreft: [klager] datum: 1 augustus 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.A. Holleeder, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 juni 2005 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager verblijft al geruime tijd in detentie en zowel zijn eerste kind als het thans nog te geboren worden tweede kind heeft hij bij dezelfde partner, waarvan bij de inrichting bekend is dat zij partners zijn en op grond waarvan de partner ook alle
partner faciliteiten zijn toegekend, zoals bezoek zonder toezicht.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Door klager is niet aangetoond dat er van een relatie met zijn beweerde partner sprake is. Voorts is geen sprake van een onverwachte gebeurtenis. Klager verbleef bij aanvang van de zwangerschap in detentie en had kunnen weten dat hij ten tijde van de
bevalling ook nog in detentie zou verblijven. In de reactie op het beroep is daaraan nog toegevoegd dat klager een agressieprobleem heeft waaraan hij eerst iets moet doen.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van zeven jaar met aftrek, wegens doodslag. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf van drie maanden te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 28 augustus 2006. Aansluitend dient
hij eventueel subsidiaire hechtenissen van 20 dagen te ondergaan.

Krachtens artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI (de Regeling), kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanige bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer van de
gedetineerde
dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof. In onder meer artikel 36 van de Regeling zijn deze bijzondere omstandigheden nader uitgewerkt. Zo kan strafonderbreking ingevolge dit artikel worden verleend voor het bijwonen van de
bevalling
van de levenspartner van de gedetineerde. Uit de zich in het dossier bevindende selectierapportage van de gevangenis Lelystad leidt de beroepscommissie af dat klager twee jaar voor zijn detentie is gaan samenwonen met zijn vriendin en hij vader is
geworden van hun eerste kindje. Zijn partner is inmiddels zwanger van zijn tweede kind. Zij is verhuisd naar Hoorn. Het is de bedoeling dat klager op dat adres zijn regimaire verloven zal gaan doorbrengen. Mede in aanmerking genomen de door de Minister
niet weersproken stelling van klagers raadsvrouw dat hij met meergenoemde partner in de gevangenis bezoek zonder toezicht heeft gehad, kan de beslissing van de minister, dat van een relatie geen sprake kan zijn, niet in stand blijven.
Het beroep zal mitsdien gegrond worden verklaard.
Er zijn geen termen voor toekenning van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.
Zij bepaalt dat klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 1 augustus 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven