Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1489/GV, 29 juli 2005, beroep
Uitspraakdatum:29-07-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1489/GV

betreft: [klager] datum: 29 juli 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 juli 2005 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Klager heeft verlof aangevraagd om wat tijd met zijn vriendin, die zwanger is, te kunnen doorbrengen.
Zij willen graag een begin kunnen maken met de kinderkamer. Ook wil klager naar de gemeente om te regelen dat de baby zijn naam krijgt. Klager wil ook graag afscheid nemen van zijn vorige baas die heel erg ziek is. Toen klager werd overgeplaatst op 8
maart 2005 is er het een en ander misgegaan.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager moest zich op 8 maart 2005 melden in een beperkt beveiligde inrichting en is daar niet aangekomen. Deze ontvluchting heeft geduurd tot 9 mei 2005, de dag waarop hij is aangehouden. Uit de reclasseringsrapportage blijkt dat klager tijdens deze
ontvluchting bij zijn vriendin bleef, omdat ze hem niet op kwamen halen. De verantwoordelijkheid voor het ondergaan van de detentie wordt door klager niet bij zichzelf gelegd. Hij heeft zelf geen contact opgenomen met de inrichting of met de politie.
De
ontvluchting is zeer recent en derhalve is er onvoldoende vertrouwen in een goede afloop van het gevraagde verlof.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Zwolle heeft, gelet op klagers functioneren in de inrichting, geen bezwaar ten aanzien van verlofverlening.
De reclassering unit Zutphen heeft positief geadviseerd terzake van verlofverlening.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Zutphen heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen verlofverlening.
De politie Nunspeet heeft negatief geadviseerd terzake van verlofverlening in verband met klagers onttrekking aan detentie.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 2 jaar met aftrek, wegens verkrachting en opzettelijke vrijheidsberoving van zijn partner. Aansluitend dient hij 59 dagen gevangenisstraf te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of
omstreeks 15 maart 2006.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Klager heeft zich zeer recent van 8 maart 2005 tot 9 mei 2005, de datum waarop hij is aangehouden, onttrokken aan detentie. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid een forse contra-indicatie vormt voor verlofverlening en dat
deze, ondanks de positieve adviezen, een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve is de beslissing van de Minister niet in strijd met de wet en kan deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de
weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a. en d. van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI), evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 29 juli 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven