Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0622/TA, 12 augustus 2005, beroep
Uitspraakdatum:12-08-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/622/TA

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 3 februari 2005 van de beklagcommissie bij het forensisch psychiatrisch centrum Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 juli 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], afdelingshoofd.

Klagers raadsman is niet ter zitting verschenen en heeft op 11 juli 2005 telefonisch meegedeeld dat er sprake is van een misverstand. De raadsman heeft niet om aanhouding van de behandeling verzocht, die reeds eerder was aangehouden op 12 mei 2005.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het niet mogen hebben van een vogeltje op kamer;
b. het niet doorgaan van het bezoekuur op 27 november 2004;
c. het uitvoerverbod van een horloge;
d. de weigering tot verlening incidenteel verlof;
e. de afzondering op kamer op 1 december 2004 en
f. het openen van een postpakket buiten klagers aanwezigheid.

De beklagcommissie heeft het beklag vermeld onder c. ongegrond verklaard en klager voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot onderdeel a:
Aan de betreffende regels werd een verschillende uitleg gegeven. In de huisregels staat vermeld dat men een vogeltje op kamer mag hebben. Klager heeft vóór 25 oktober 2004 een verzoek om een vogeltje op kamer te mogen hebben ingediend bij het team. Dit
verzoek is afgewezen. Dit betreft een beslissing genomen namens het hoofd van de inrichting en klager heeft terzake beklag ingediend. Vervolgens heeft de maandcommissaris geadviseerd om nogmaals schriftelijk het verzoek te doen. Klager heeft opnieuw
het
verzoek ingediend en dat is weer afgewezen.
Met betrekking tot onderdeel b:
Klager heeft een bezoekaanvraag ingediend. Hij heeft recht op bezoek gedurende één uur per week op de vastgestelde tijd en plaats. Zijn ouders wonen in België en als zij hem op een andere dag dan op zaterdag moeten bezoeken, moeten zij twee weken
tevoren een vrije dag aanvragen. Als ze dat pas een week tevoren weten, is dat niet meer mogelijk. Er verblijven acht à twaalf verpleegden op klagers afdeling. Verpleegden kunnen niet tegelijkertijd bezoek ontvangen. Als in de huisregels vermeld staat
dat op zaterdag bezoek kan worden ontvangen dan heeft klager daar recht op.
Met betrekking tot onderdeel c:
Klager werd gedwongen om het horloge terug te sturen, terwijl hij het graag uitgevoerd had. De extra kosten waren voor klagers rekening.
Met betrekking tot onderdeel d:
Klager is het niet eens met de reden voor de weigering.
Met betrekking tot onderdeel e:
Klager is niet gehoord door het afdelingshoofd of het hoofd van de inrichting. Hij heeft ook geen mededeling ontvangen.
Met betrekking tot onderdeel f:
Mondeling is hem medegedeeld dat de inrichting fout was, maar klager wil dit graag schriftelijk vastgelegd hebben.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Met betrekking tot onderdeel a:
In de huisregels is nagelaten om aan te geven dat een afdeling van de regel kan afwijken. Op de afdeling, waar klager verbleef, werkte een personeelslid dat gezondheidsproblemen kreeg, wanneer zij moest vertoeven in ruimtes waar vogels verblijven.
Gelet
daarop is het onwenselijk dat vogels worden toegestaan op de opnameafdeling Zuid 1.
Met betrekking tot onderdeel b:
De beslissing is genomen omdat een medepatiënt gedurende enkele weken voor het hetzelfde moment bezoek had aangevraagd. Klager was niet bereid om een alternatief bezoekmoment te zoeken.
Met betrekking tot onderdeel c:
Achter de rug van de sociotherapie om is klager aan het rommelen met handel in horloges.
Met betrekking tot onderdeel d:
Klager is niet in de gelegenheid gesteld om afscheid te nemen van zijn overleden oom, omdat hij zeer koel op het bericht van overlijden reageerde en de oom geen contact had met klager. Onduidelijk was ook of de familie van het slachtoffer aanwezig zou
zijn bij de begrafenis. Verder was er risico voor vlucht, omdat de familie grote weerstand ervaart bij klagers plaatsing in de tbs en de delicten door klager en zijn familie en vrienden worden ontkend. Klager en zijn familie hebben onbetrouwbaarheid
getoond gedurende klagers verblijf in de inrichting.
Met betrekking tot onderdeel e:
Klager is ingesloten omdat hij huisdiensttaken had geruild met een medeverpleegde buiten medeweten van de sociotherapie.
Met betrekking tot onderdeel f:
Het pakket is buiten aanwezigheid van klager geopend. Hierin bevonden zich onder andere een horloge, DVD’s en catalogi met porno.

3. De beoordeling
Met betrekking tot onderdeel a. overweegt de beroepscommissie dat uit de toelichting van klager ter zitting is gebleken dat hij vóór 25 oktober 2004 het verzoek heeft gedaan om een vogeltje op kamer te houden en dat dit verzoek door het team, namens
het
hoofd van de inrichting, is afgewezen. De Bvt bevat geen regel die bepaalt dat een dergelijk verzoek en een dergelijke beslissing geformaliseerd dienen te worden en schriftelijk dienen te worden vastgelegd. Dat klager vervolgens op aanraden van de
maandcommissaris opnieuw en ditmaal schriftelijk het verzoek heeft herhaald op 15 november 2004 doet hieraan niet af.

In de huisregels is onder 4.3 bepaald dat het de verpleegde is toegestaan om een kleine vogelkooi onder zijn berusting te houden met één of twee kleine vogels met een maximale grootte van 10 cm.. De weigering namens het hoofd van de inrichting om aan
klager een vogeltje op kamer toe te staan is in strijd met vermelde huisregel. Derhalve zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, klager alsnog ontvangen in het beklag en het beklag gegrond verklaren. Nu klager inmiddels toch een vogeltje
op
kamer heeft, acht de beroepscommissie klager niet in zijn belangen geschaad en zal zij hem geen tegemoetkoming toekennen.

Met betrekking tot onderdeel b. overweegt de beroepscommissie dat het beklag de schending van het bezoekrecht betreft. Het beklag betreft een beslissing ex. artikel 56, eerste lid aanhef en onder c. Bvt en derhalve zal de beroepscommissie klager in het
beklag ontvangen.
De beroepscommissie is van oordeel dat, nu klager is aangeboden om bezoek op een ander tijdstip te ontvangen, de onderhavige beslissing van het hoofd van de inrichting niet in strijd is met enige binnen de inrichting geldende regelgeving en bij
afweging
van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Derhalve zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren.
Overigens is namens de Minister, zie 04/642/TB d.d. 10 juni 2004, de bereidheid uitgesproken om met Veldzicht te bespreken hoe het bezoek qua duur en frequentie kan worden afgestemd op de mogelijkheden van klagers ouders die in België wonen. Indien
bezoek op zaterdag geen doorgang kan vinden, verdient het aanbeveling om tijdig
- klager heeft aangegeven dat zijn ouders twee weken tevoren verlof dienen aan te vragen op hun werk - in overeenstemming met klager een alternatief bezoekmoment te vinden.

Met betrekking tot de onderdelen c., d en e. komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Met betrekking tot onderdeel f. overweegt de beroepscommissie dat in strijd met het bepaalde in artikel 35, tweede lid, Bvt een poststuk van klager buiten diens aanwezigheid is geopend. Derhalve zal de beroepscommissie, gelet op het bepaalde in artikel
56, eerste lid aanhef en onder c. Bvt, klager ontvangen in zijn beklag en het beklag gegrond verklaren. Nu de inrichting terzake excuses aan klager heeft aangeboden, ziet de beroepscommissie geen reden om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
Met betrekking tot onderdeel a. en f. verklaart de beroepscommissie het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in het beklag en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager geen
tegemoetkoming toe.

Voor wat betreft onderdeel b. vernietigt de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart het beklag ongegrond.

Met betrekking tot de onderdelen c., d. en e. verklaart de beroepscommissie het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. J.M. van der Vaart en drs. B. van Dekken, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 augustus 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven