Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1325/GA, 1 september 2005, beroep
Uitspraakdatum:01-09-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1325/GA

betreft: [klager] datum: 1 september 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D. Matadien, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 24 mei 2005 van de beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 augustus 2005, gehouden in het huis van bewaring De Grittenborg te Hoogeveen, zijn gehoord de gemachtigde van klager mr. H. Halfers, en [...], unit-directeur bij de p.i. Ter Apel.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering klager op transport te zetten naar de Detentieboot Reno te Rotterdam (hierna Detentieboot).

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers vertegenwoordiger heeft overeenkomstig de aan de uitspraak gehechte pleitnotitie, die ten dele op de onderhavige beklagprocedure ziet, het woord gevoerd. Hij heeft voorts aangegeven dat niet is betwist dat klagers naam op de lijst stond van
personen die voor de Detentieboot waren geselecteerd. Op 16 maart 2005, kort voordat de overplaatsing zou plaatsvinden, werd hem echter meegedeeld dat zijn overplaatsing naar de Detentieboot niet doorging. Hij werd dan ook van de transportlijst voor
overplaatsing naar de Detentieboot afgehaald. De directeur geeft aan dat hij de overplaatsingen binnen een week moest regelen. Eerst op het laatste moment is contact opgenomen met de Detentieboot. Dit had de directeur eerder moeten doen. Door dit na te
laten heeft hij onredelijk en onbillijk jegens klager gehandeld.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Van het Ministerie van Justitie had p.i. Ter Apel de opdracht gekregen de gehele afdeling, waarop ook klager zich bevond, binnen één week leeg te maken. De tijdsdruk was derhalve groot. In samenspraak met de selectiefunctionaris zijn criteria
geformuleerd op basis waarvan de directeur een selectie heeft gemaakt. De formele beslissingsbevoegdheid was en bleef gewoon in handen van de selectiefuncionaris. Over de te nemen en genomen beslissingen werd ook steeds ruggespraak met de
selectiefunctionaris gehouden. Op basis van de geformuleerde criteria kwam klager aanvankelijk in aanmerking voor overplaatsing naar de Detentieboot in Rotterdam. Echter, vanuit de Detentieboot heeft men per faxbericht laten weten dat klager daar niet
welkom was, vanwege eerdere problemen met klager aldaar. De directeur, die in deze namens de selectiefunctionaris handelde, heeft daarop besloten klager niet naar de Detentieboot te sturen en zodoende niet op transport te stellen. De
selectiefuncionaris
heeft deze beslissing achteraf formeel gedekt. Klager is vervolgens op een andere afdeling in de p.i. Ter Apel geplaatst.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat de directeur binnen een week een hele afdeling moest ontruimen. In overleg met de selectiefunctionaris zijn afspraken gemaakt over de invulling van één en ander. De directeur handelde in deze namens de
selectiefunctionaris en de directeur en de selectiefunctionaris hadden de selectiecriteria gezamenlijk vastgesteld. Gelet op het spoedeisende karakter van de hele operatie kan de beroepscommissie zich vinden in de door de directeur en de
selectiefunctionaris gekozen opzet.

Klager kwam, gelet op de vastgestelde selectiecriteria, voor overplaatsing naar de Detentieboot in aanmerking. Hij stond dan ook op de transportlijst. Na contact met de Detentieboot is klager weer van de lijst afgehaald. Vanuit de Detentieboot is
gemotiveerd aangegeven – eerst mondeling en later schriftelijk – dat en waarom klager niet welkom was op de Detentieboot. Dat de directeur dit bericht eerst kort voor de beoogde datum van overplaatsing bereikte, is inherent aan de tijdsspanne waarin
één
en ander diende te worden gerealiseerd en kan de directeur in redelijkheid niet worden tegengeworpen.

De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de bestreden beslissing van de directeur niet in strijd is met de wet en, gelet op de van de Detentieboot afkomstige informatie over het eerdere functioneren van klager op de Detentieboot, evenmin als
onredelijk of onbilijk kan worden aangemerkt. Klagers beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en drs. M.S.H. Ridder-Padt, leden, in tegenwoordigheid van
mr. L. de Greef, secretaris, op 1 september 2005

secretaris voorzitter

Naar boven