Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/8067/GV, 27 oktober 2020, beroep
Uitspraakdatum:27-10-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/8067/GV             

           

Betreft [klager]            Datum 27 oktober 2020

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van  [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 8 september 2020 klagers verzoek tot incidenteel verlof afgewezen.

Klagers raadsman, mr. V. Poelmeijer, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft verzocht om verlof om zijn pasgeboren dochter te kunnen vasthouden. Op basis van artikel 21 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) moet hij daarvoor in de gelegenheid worden gesteld. Hij kon van deze mogelijkheid niet eerder gebruikmaken, door de coronacrisis. Als klager verlof zou worden verleend, zou dat een precedent scheppen. Die motivering is te algemeen en niet op klager toegespitst. Klager heeft toen het kindje op 1 mei 2020 werd geboren ook verzocht om incidenteel verlof, maar toen werd hem medegedeeld dat een verzoek kansloos zou zijn, vanwege de getroffen coronamaatregelen. De ouder-kind-dagen in de inrichting vinden doorgang, maar achter glas. Klager wil zijn dochter nu juist graag vasthouden, dus heeft hij verzocht om incidenteel verlof.

 

Standpunt van verweerder

Voor het bezoeken van een pasgeborene geldt op grond van artikel 26 van de Regeling dat dit plaatsvindt binnen twee weken na de geboorte, tenzij sprake is van complicaties bij moeder en/of kind. Uit de stukken blijkt niet dat er een eerder verzoek tot incidenteel verlof is gedaan. Hoewel klagers wens zeer begrijpelijk is, is de enige optie op dit moment een bezoek in de PI. Klager zou zijn kind kunnen ontmoeten tijdens een ouder-kind-dag.

 

Uitgebrachte adviezen

De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Achterhoek te Zutphen heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, mits klager wordt begeleid door de Dienst Vervoer & Ondersteuning. Bij terugkomst moet klager mogelijk in quarantaine.

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.

De politie heeft onderzoek gedaan naar het verlofadres en dit in orde bevonden.

 

3. De beoordeling

Klager is sinds 16 september 2019 gedetineerd. Hij is in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar met aftrek, wegens poging tot doodslag en bedreiging. De (fictieve) einddatum van klagers detentie is momenteel bepaald op 6 oktober 2023.

 

Wet- en regelgeving

In artikel 21 van de Regeling staat dat incidenteel verlof kan worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is. In artikel 26, eerste lid, van de Regeling staat dat incidenteel verlof kan worden verleend voor een kraambezoek aan de levenspartner van de gedetineerde en het pasgeboren kind.

Klager heeft verzocht om incidenteel verlof om zijn op 1 mei 2020 geboren dochter te kunnen vasthouden. Deze omstandigheid staat tussen partijen niet ter discussie. Het verzoek is echter afgewezen vanwege de getroffen coronamaatregelen. In beroep heeft verweerder daaraan toegevoegd dat kraambezoek op grond van artikel 26, tweede lid, van de Regeling binnen veertien dagen had moeten plaatsvinden.

 

Incidenteel verlof en coronamaatregelen

Algemeen verlof is op dit moment niet mogelijk. De beroepscommissie begrijpt dat verweerder ook voorzichtig omgaat met het toekennen van incidenteel verlof. Een afwijzing slechts op grond van de getroffen coronamaatregelen volstaat naar het oordeel van de beroepscommissie echter niet (meer), zo oordeelde zij in RSJ 2 juni 2020, R-20/7049/GV. In de ‘Kamerbrief over verdere versoepeling bezoek aan inrichtingen DJI’ van 15 juni 2020 staat ook dat “incidenteel verlof in de volledige breedte [kan] worden verleend” per 16 juni 2020. Sindsdien zijn ten aanzien van het incidenteel verlof geen nieuwe maatregelen afgekondigd.

 

Klagers verzoek

Incidenteel verlof voor kraambezoek is in beginsel slechts aangewezen binnen veertien dagen na de geboorte van het kind van de gedetineerde. Klager heeft destijds kennelijk niet om incidenteel verlof verzocht en overigens ook niet direct na de versoepeling van de maatregelen per 16 juni 2020. Het vrijhedenadvies dateert van 7 september 2020 en daarin wordt verzocht om incidenteel verlof op 25 september 2020 (als streefdatum).

Hoewel de beroepscommissie begrijpt dat klager zijn kind graag (voor het eerst) vast wil houden, is dat in de huidige uitzonderlijke omstandigheden onvoldoende om te oordelen dat aan klager incidenteel verlof (met alle bijkomende risico’s van dien) zou moeten worden verleend.

 

Conclusie

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 27 oktober 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D. van der Sluis, voorzitter, F. van Dekken en mr. J.M.L. Niederer, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

      

secretaris        voorzitter

Naar boven