Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1270/GA, 28 juli 2005, beroep
Uitspraakdatum:28-07-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1270/GA

betreft: [klager] datum: 28 juli 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 april 2005 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Amsterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 juli 2005, gehouden in de p.i. Amsterdam, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij het h.v.b. Amsterdam.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een strafcel, wegens het op cel hebben van een pak bloem met daarin 70 methadontabletten.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ik heb de boodschappen met een waarde van ca € 50,= van een celgenoot gekregen, die twee dagen eerder vertrokken was. Ik mocht alles hebben. Tussen de spullen zat ook een pak bloem. Ik heb nooit gezien dat er pillen in gezetenhebben. Ik gebruik geen methadon en die eerdere celgenoot evenmin. Ik kreeg een nieuwe celgenoot. Hij kan de pillen ook in het pak bloem hebben gestopt.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Anders dan in de beslissing van de beklagcommissie staat weergegeven, waren de pillen niet vermalen maar zaten deze, ruim 70 stuks, verpakt in kleine plastic zakjes. Door het aannemen van de boodschappen is de verantwoordelijkheidhiervoor op klager overgegaan.

3. De beoordeling
Klager heeft toegegeven dat het pak bloem, waarin de methadonpillen zijn aangetroffen, van hem was. Daarmee is hij daarvoor verantwoordelijk. Het had op de weg van klager gelegen de boodschappen, die hij van zijn vorige celgenotgekregen had, alvorens deze aan te nemen op eventuele contrabande te controleren. Dit heeft klager niet gedaan. Gelet op het vorenstaande is de beslissing van de directeur tot het opleggen aan klager van de disciplinaire straf nietin strijd met de wet en evenmin onredelijk of onbillijk te noemen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 28 juli 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven