Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1070/GA, 25 juli 2005, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1070/GA

betreft: [klager] datum: 28 juli 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 april 2005 van de beklagcommissie bij de gevangenis Westlinge te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 juli 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is klager gehoord.
De directeur van de gevangenis Westlinge heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel wegens het te laat terugkeren van weekendverlof, alsmede de inhoud van het mutatierapport van de politie van 8 januari 2005.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht. Ik ontken niet dat ik te laat ben teruggekeerd van mijn weekendverlof. Daarvoor ben ik terecht gestraft. Ik ben het echter niet eens met de valse verklaringen die in het mutatierapportzijn opgenomen en welke bepalend zijn voor het verdere verloop van mijn detentie.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit de verklaringen van klager ter zitting leidt de beroepscommissie af dat klager erkent dat hij te laat van zijn weekendverlof is teruggekeerd en dat hij zich heeft neergelegd bij de hem dienaangaande opgelegde ordemaatregel. Hetberoep is in zoverre ongegrond.
Voor zover klager zich erop beroept dat in het mutatierapport van de politie onjuistheden zouden zijn opgenomen, overweegt de beroepscommissie dat, wat daar ook van zij, het opstellen van een mutatierapport geen beslissing is van dedirecteur en klager op dat onderdeel niet kan worden ontvangen in zijn beroep.
Ten overvloede wordt overwogen dat in deze procedure hetgeen klager heeft opgemerkt over de inhoud van het politierapport niet aan de orde kan komen. Het feit dat, zoals klager stelt, thans nieuwe feiten bekend zijn, maakt dat nietanders. Bedoeld rapport is wel van belang geweest voor de beoordeling van klagers beroep tegen zijn overplaatsing naar de gevangenis Veenhuizen, waarin de beroepscommissie op 8 april 2005, een beslissing heeft genomen met kenmerk05/233/GB.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gericht tegen de opgelegde ordemaatregel ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voorzover deze betreft het mutatierapport van de politie en verklaart klager dienaangaande niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 28 juli 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven